Imparfait

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Imparfait : ww op -ER

Par exemple: j'étais, tu habitais, nous parlions

Welke tijd is de imparfait in het Nederlands?

Ken je al vormen van de imparfait?

Hoe maak je de imparfait?

Stap 1: je neemt de nous-vorm van een werkwoord
bijvoorbeeld: nous parlons 

Stap 2: haal -ons eraf 

DUS: NEEM PARL

Voeg de uitgangen eraan toe:

je parl -ais

tu parl -ais

il, elle, on parl -ait

nous parl -ions

vous parl -iez

ils, elles parl -aient

In welke tijd staat de zin?
Tu écoutais la radio?

1. présent (tt)
2. imparfait (ovt)
3. passé composé (vtt)

In welke tijd staat de zin?
J'aime le français

1. présent (tt)
2. imparfait (ovt)
3. passé composé (vtt)

In welke tijd staat de zin?
C'était super!

1. présent (tt)
2. imparfait (ovt)
3. passé composé (vtt)

In welke tijd staat de zin?
Je m'appelle Annabelle

1. présent (tt)
2. imparfait (ovt)
3. passé composé (vtt)

In welke tijd staat de zin?
J'ai regardé la télévision

1. présent (tt)
2. imparfait (ovt)
3. passé composé (vtt)

In welke tijd staat de zin?
Tu habitais où?

1. présent (tt)
2. imparfait (ovt)
3. passé composé (vtt)

vertaal:
il avait

vertaal:
nous étions

vertaal:
tu dansais

vertaal:
j'écoutais

vertaal:
on allait

vertaal:
vous dansiez (mv)

vertaal:
elles jouaient

maak de imparfait 

van de gegeven vorm volgens het voorbeeld:

il / habiter    

=>

il habitait

je / danser

nous / aller

Piet / être

Elles / danser

tu / adorer

on / aimer

vous / avoir