Bron D oefenen

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

STARTKLAAR
- ga rustig op je vaste plek zitten.
- doe je jas uit.
- pak je laptop.
- doe je tas op de grond.
- Doe je telefoon in je tas.
- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.


timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

le passé composé

Slide 3 - Carte mentale

Leerdoelen
R: ik kan het werkwoord avoir in de présent vervoegen.
T1: ik kan regelmatige werkwoorden in de passé composé vervoegen.

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 4 - Diapositive

LEREN: avoir !!!!!!
j'ai
tu as
il/elle a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Slide 5 - Diapositive

avoir 
hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 6 - Question de remorquage

Vervoeg avoir in de présent

Slide 7 - Question ouverte

Passé composé
5. Marc et Eline .......... ................... (adorer) le film.

Slide 8 - Question ouverte

Zet het werkwoord tussen haakjes in le passé composé.

Tu (visiter) ________ ________ le stade de foot?

Slide 9 - Question ouverte

Zet het werkwoord tussen haakjes in le passé composé.

Oui, nous (regarder) ________ ________ le match.

Slide 10 - Question ouverte

Zet het werkwoord tussen haakjes in le passé composé.

J' (voyager) ________ ________ beaucoup.

Slide 11 - Question ouverte

Zet het werkwoord tussen haakjes in le passé composé.

Qu'est-ce que vous (aimer) ________ ________ d'autre?

Slide 12 - Question ouverte

Zet het werkwoord tussen haakjes in le passé composé.

Il (nager) ________ ________ dans la mer.

Slide 13 - Question ouverte

Vul aan in de passé composé:
Tu __ ___ . (passer)

Slide 14 - Question ouverte

Leerdoelen week 37
les 1
R: ik kan het werkwoord avoir in de présent vervoegen.
T1: ik kan regelmatige werkwoorden in de passé composé vervoegen.

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 15 - Diapositive

Instructie
Maak de opdrachten die in de PLANNING staan bij LE PASSÉ COMPOSÉ
KLAAR?




Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen
les 2
1. R: ik weet hoe ik de é en de è moet uitspreken.
1. R: ik ken zinnen om een gesprek over vakantie te voeren.
T1: ik kan een gesprekje over vakantie voeren.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 18 - Diapositive

Phrases clés

Slide 19 - Diapositive

Instructie 
Ouvrez votre livre à la page 30

Nous allons faire exercice 13a,b,c

et 14

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag



Ouvre ton livre à la page 30

timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Instructie 
Prépare ex. 14


timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag

Slide 23 - Diapositive

Nabespreking

Slide 24 - Diapositive

Begrippen uit deze les

Slide 25 - Diapositive

Begrippen uit deze les

Slide 26 - Diapositive


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 27 - Question ouverte


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Question ouverte

Les devoirs
Maak opdracht 17a,b,c,d,e af


Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive