Meer oefeningen met de werkwoorden :)

Voor vandaag, herhalen we:
  • Persoonlijke voornaamwoorden
  • Regelmatige werkwoorden, eindigend op: 
- ar
- er
- ir


1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voor vandaag, herhalen we:
  • Persoonlijke voornaamwoorden
  • Regelmatige werkwoorden, eindigend op: 
- ar
- er
- ir


Slide 1 - Diapositive

Los pronombres personales

Slide 2 - Diapositive

¡atención!
La chica (het meisje) = ella
El señor Perez (meneer Perez) = él 
los hermanos (de broers) = ellos
Maria y yo (Maria en ik) = nosotros
Juan y tú (Juan en jij) = vosotros
Pablo y Manuel (Pablo en Manuel) = ellos

Slide 3 - Diapositive

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. (Weet je een woord niet? zoek het op!)
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

vervoeg: comer, vosotros
A
coméis
B
comes
C
comen
D
comed

Slide 6 - Quiz

vervoeg: escribir (ellos)
A
escriben
B
escribís
C
escriban
D
escribes

Slide 7 - Quiz

¿Dónde (vivir)_____tú?
A
vive
B
vives
C
vivo
D
vivís

Slide 8 - Quiz

vervoeg: él (hablar)
A
hablo
B
hablas
C
hablan
D
habla

Slide 9 - Quiz

Leren vervoegen met VERBUGA 
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

los deberes (huiswerk)
One Note clase 9 
todos los ejercicios (alle oefeningen)

Slide 11 - Diapositive