HDL OP2 Les 1

Voeding
Les 1
T
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
HuishoudkundeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voeding
Les 1
T

Slide 1 - Diapositive

Functie van voeding
Lichamelijk: Voldoende stoffen binnenkrijgen

Geestelijk: Dagindeling, ontspanning

Sociaal: Samen eten, vieringen, gezelligheid, wat vind je        belangrijk (bv. geen vlees)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is (on)gezonde voeding?

Slide 4 - Diapositive

Gezonde voeding is?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is ongezonde voeding?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen: producten (boter, kaas, brood, groente).
Alle voedingsmiddelen geven energie maar vooral de gezonde zijn nodig voor groei, gezond houden en herstel van het lichaam.
Voedingsstoffen: zitten in de voedingsmiddelen.
Voedingsstoffen kunnen dienen als brandstof, bouwstof of beschermende stof.

Slide 8 - Diapositive

6 Voedingsstoffen
Koolhydraten - vooral brandstof / bouwstof
Eiwitten - vooral bouwstof / brandstof
Vetten - vooral brandstof / bouwstof
Mineralen - bouwstof / beschermende stof
Vitaminen - beschermende stof / bouwstof
Water - bouwstof

Slide 9 - Diapositive

Koolhydraten
In de vorm van:

Suikers -> in bloed -> snel energie

  Zetmeel -> omgezet in glucose -> in bloed 

Slide 10 - Diapositive

Eiwitten
In dierlijke producten

In plantaardige producten 


Slide 11 - Diapositive

Vetten
Plantaardige vetten
  • Olie
  • Margarine
  • Noten
 
Dierlijke vetten 
  • Vette vis
  • Boter
  • Vlees
  • Kaas

Slide 12 - Diapositive

Vetten
Slechte vetten (verzadigd)
  • Roomboter
  • Vet vlees
  • Chocolade, koek, gebak, snacks
  • Volle melkproducten, kaas
 
Goede vetten (onverzadigd)
  • Vloeibare bakproducten
  • Vette vis
  • Oliën
  • Noten

Slide 13 - Diapositive

Mineralen / zouten
bv calcium, jodium, ijzer, natrium

Elk mineraal heeft eigen taak (calcium -> stevigheid botten en gebit)


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

A       ogen   
          -/- dof haar, droge huid
          wortel, zoete aardappel, ei, spinazie
       
B       zorgt dat alles goed werkt, B1 t/m B12
          -/- specifieke problemen
          volkoren brood, vlees, vis, bananen,
          aardappelen

C      weerstand, wondgenezing
         -/- meer kans op ziektes
         groente en fruit
D       kalk in botten vastleggen
          -/- jonge kinderen vergroeiing, ouderen                       botontkalking
          lichaam maakt zelf vit D (zonlicht)

E       vorming rode bloedcellen en             
                    bescherming van cellen 
         -/- zenuw- en spierproblemen
         volkoren brood, plantaardige olie, vetten,
         amandelen, hazelnoten

K      bloedstolling
         -/- bloedingsproblemen
         groene bladgroente, plantaardige olie

Slide 16 - Diapositive

Water
Vervoeren van stoffen
 in het lichaam



Slide 17 - Diapositive

Je gaat een quiz maken over gezond leven. Wat denk jij?
A
Ik weet heel veel over gezond leven
B
Ik weet een beetje over gezond leven
C
Ik weet heel weinig over gezond leven
D
Ik weet echt niks over gezond leven

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van gezonde voeding?
A
Chips
B
Cola
C
Ontbijtkoek
D
Kwark

Slide 19 - Quiz

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 20 - Quiz

welke zijn allemaal gezonde voeding

A
water, fruit, groente, frisdrank en pizza
B
water, ei, melk, brood, fruit, groente en ijs
C
water, peer, mayo, appel, banaan en perzik
D
aardappel, broccoli, kip, water, ei, kalkoen

Slide 21 - Quiz

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezonde dingen om te eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 22 - Quiz

Is vezelrijke voeding goed voor jou?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Juiste voeding is belangrijk voor je huid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Wat zijn functies van voeding?
A
Geestelijk
B
Sociaal
C
Lichamelijk
D
A B en C zijn goed

Slide 25 - Quiz

Wat heb je onthouden van deze les?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Opdracht
Maak de opdrachten die je van de docent krijgt.


Eind van de les

Slide 28 - Diapositive

Aan het werk
1)Schrijf op wat je op een dag eet.
2)Schrijf op wat beter kan.
3) Maak een actieplan.

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive