Type het woord in ( zoals normaal bij een dictee zeg ik natuurlijk: "schrijf op").
Let ook goed op de hoofdletters! Staat het woord aan het begin van de zin dan moet het met een hoofdletter, je krijgt een hoofdletter door shift in te drukken met de eerste letter van dat woord. In andere woorden moet je dus GEEN hoofdletters!
Controleer of het goed geschreven is. Dan wordt het vakje groen.
Schrijf de categorie achter het luidsprekertje op, als je het woord fout geschreven hebt. Bij 1 fout of meer moet je de categorie extra goed oefenen(spellingoefenen.nl) en die uitlegkaart(en) nog eens goed doornemen! Heb je 0 fout dan zit die categorie er goed in!
groep 6
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 6
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Oefendictee blok 5 week 2
Klik op de het paarse knopje rechts boven.
Luister naar de zin.
Type het woord in ( zoals normaal bij een dictee zeg ik natuurlijk: "schrijf op").
Let ook goed op de hoofdletters! Staat het woord aan het begin van de zin dan moet het met een hoofdletter, je krijgt een hoofdletter door shift in te drukken met de eerste letter van dat woord. In andere woorden moet je dus GEEN hoofdletters!
Controleer of het goed geschreven is. Dan wordt het vakje groen.
Schrijf de categorie achter het luidsprekertje op, als je het woord fout geschreven hebt. Bij 1 fout of meer moet je de categorie extra goed oefenen(spellingoefenen.nl) en die uitlegkaart(en) nog eens goed doornemen! Heb je 0 fout dan zit die categorie er goed in!
groep 6
Slide 1 - Diapositive
R4 schrijf het woord op.
1.
Slide 2 - Question ouverte
R4 schrijf het woord op.
2.
Slide 3 - Question ouverte
R4 schrijf het woord op.
3.
Slide 4 - Question ouverte
R4 schrijf het woord op.
4.
Slide 5 - Question ouverte
R4 schrijf het woord op.
5.
Slide 6 - Question ouverte
O1 schrijf het woord op.
6.
Slide 7 - Question ouverte
O1 schrijf het woord op.
7.
Slide 8 - Question ouverte
O1 schrijf het woord op.
8.
Slide 9 - Question ouverte
O1 schrijf het woord op.
9.
Slide 10 - Question ouverte
O1 schrijf het woord op.
10.
Slide 11 - Question ouverte
W2-b schrijf de woorden op.
11.
Slide 12 - Question ouverte
W2-b schrijf de woorden op.
12.
Slide 13 - Question ouverte
W2-b schrijf de woorden op.
13.
Slide 14 - Question ouverte
W2-b schrijf de woorden op.
14.
Slide 15 - Question ouverte
W2-b schrijf de woorden op.
15.
Slide 16 - Question ouverte
K5 schrijf de woorden op.
16.
Slide 17 - Question ouverte
K5 schrijf de woorden op.
19.
Slide 18 - Question ouverte
K5 schrijf de woorden op.
20.
Slide 19 - Question ouverte
K5 schrijf de woorden op.
17.
Slide 20 - Question ouverte
K5 schrijf de woorden op.
18.
Slide 21 - Question ouverte
Dat was hem!
blijven oefenen, volgende week hebben we dictee van blok 4!