22 januari - Gr. 6- Oefendictee blok 5 week 2

Oefendictee blok 5 week 2
  • Klik op de het paarse knopje rechts boven.
  • Luister naar de zin.
  • Type het woord in ( zoals normaal bij een dictee zeg ik natuurlijk: "schrijf op").
  • Let ook goed op de hoofdletters! Staat het woord aan het begin van de zin dan moet het met een hoofdletter, je krijgt een       hoofdletter door shift in te drukken met de eerste letter van dat woord. In andere woorden moet je dus GEEN  hoofdletters!
  • Controleer of het goed geschreven is.  Dan wordt het vakje groen. 
  • Schrijf de categorie achter het luidsprekertje op, als je  het woord fout geschreven hebt. Bij 1 fout of meer  moet je de  categorie extra goed oefenen(spellingoefenen.nl) en die uitlegkaart(en) nog eens goed doornemen! Heb je 0 fout dan zit die categorie er goed  in!
groep 6 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefendictee blok 5 week 2
  • Klik op de het paarse knopje rechts boven.
  • Luister naar de zin.
  • Type het woord in ( zoals normaal bij een dictee zeg ik natuurlijk: "schrijf op").
  • Let ook goed op de hoofdletters! Staat het woord aan het begin van de zin dan moet het met een hoofdletter, je krijgt een       hoofdletter door shift in te drukken met de eerste letter van dat woord. In andere woorden moet je dus GEEN  hoofdletters!
  • Controleer of het goed geschreven is.  Dan wordt het vakje groen. 
  • Schrijf de categorie achter het luidsprekertje op, als je  het woord fout geschreven hebt. Bij 1 fout of meer  moet je de  categorie extra goed oefenen(spellingoefenen.nl) en die uitlegkaart(en) nog eens goed doornemen! Heb je 0 fout dan zit die categorie er goed  in!
groep 6 

Slide 1 - Diapositive

R4
schrijf het woord op.

1.

Slide 2 - Question ouverte

R4
schrijf het woord op.

2.

Slide 3 - Question ouverte

R4
schrijf het woord op.

3.

Slide 4 - Question ouverte

R4
schrijf het woord op.

4.

Slide 5 - Question ouverte

R4
schrijf het woord op.

5.

Slide 6 - Question ouverte

O1
schrijf het woord op.

6.

Slide 7 - Question ouverte

O1
schrijf het woord op.

7.

Slide 8 - Question ouverte

O1
schrijf het woord op.

8.

Slide 9 - Question ouverte

O1
schrijf het woord op.

9.

Slide 10 - Question ouverte

O1
schrijf het woord op.

10.

Slide 11 - Question ouverte

W2-b
schrijf de woorden op.

11.

Slide 12 - Question ouverte

W2-b
schrijf de woorden op.

12.

Slide 13 - Question ouverte

W2-b
schrijf de woorden op.

13.

Slide 14 - Question ouverte

W2-b
schrijf de woorden op.

14.

Slide 15 - Question ouverte

W2-b
schrijf de woorden op.

15.

Slide 16 - Question ouverte

K5
schrijf de woorden op.

16.

Slide 17 - Question ouverte

K5
schrijf de woorden op.

19.

Slide 18 - Question ouverte

K5
schrijf de woorden op.

20.

Slide 19 - Question ouverte

K5
schrijf de woorden op.

17.

Slide 20 - Question ouverte

K5
schrijf de woorden op.

18.

Slide 21 - Question ouverte

Dat was hem! 
blijven oefenen, volgende week hebben we dictee van blok 4! 

Slide 22 - Diapositive