5.2 Indampen en destilleren

Elke scheidingsmethode berust op een verschil in stofeigenschap. Sleep de eigenschappen naar je juiste scheidingsmethode.
Filtreren
Extraheren
Indampen
Bezinken en afgieten
Deeltjesgrootte
Dichtheid
Kookpunt
Oplossingsvermogen
1 / 18
suivant
Slide 1: Question de remorquage
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Elke scheidingsmethode berust op een verschil in stofeigenschap. Sleep de eigenschappen naar je juiste scheidingsmethode.
Filtreren
Extraheren
Indampen
Bezinken en afgieten
Deeltjesgrootte
Dichtheid
Kookpunt
Oplossingsvermogen

Slide 1 - Question de remorquage

5.2 Indampen en destilleren

Slide 2 - Diapositive

Indampen

Slide 3 - Diapositive

Indampen

Slide 4 - Diapositive

Indampen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Oplosbaarheid 
oplosbaarheid = aantal gram stof dat oplost in 1 Liter water
Verzadigde oplossing = maximale hoeveelheid stof is opgelost
Onverzadigde oplossing = minder dan de maximale hoeveelheid stof is opgelost
Wat is de invloed van temperatuur?

Slide 7 - Diapositive

Oplosbaarheid en temperatuur
De temperatuur heeft invloed op de oplosbaarheid van stoffen.

Bij een hoge temperatuur neemt de oplosbaarheid
  • Toe bij vaste stoffen en
  • Af bij gassen.


Daarom kun je vissen op een warme dag lucht zien happen: door de warmte lost zuurstof minder goed op in het water.

Slide 8 - Diapositive

Destilleren

Slide 9 - Diapositive

Destilleren

Slide 10 - Diapositive

Scheidingsmethoden

Slide 11 - Diapositive

Indampen is een ...
A
...scheidingsmethode gebaseerd op kookpunt
B
...ontledingsreactie gebaseerd op kookpunt
C
...scheidingsmethode gebaseerd op dichtheid
D
...ontledingsreactie gebaseerd op dichtheid

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je dat wat achterblijft in het indampschaaltje na het indampen?
A
neerslag
B
residu
C
filtraat
D
destilaat

Slide 13 - Quiz

Je kunt een oplossing scheiden met indampen. Wat is het residu bij indampen?
A
Oplosmiddel
B
Opgeloste stof

Slide 14 - Quiz

Destilleren heeft veel overeenkomsten met indampen, maar er is ook een belangrijk verschil.
Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
A
Bij destilleren vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
B
Bij indampen vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
C
Destilleren gebeurt bij een hogere temperatuur.
D
Bij indampen kookt de vloeistof bij een lagere temperatuur.

Slide 15 - Quiz

Destilleren berust op ...
A
verschil in deeltjesgrootte
B
verschil in dichtheid
C
verschil in kookpunt
D
verschil in aanhechtingsvermogen

Slide 16 - Quiz

Destilleren is
A
Het condenseren van damp
B
Het indampen van een mengsel
C
Het opvangen van de damp na verwarmen
D
Het gebruik maken van een filter

Slide 17 - Quiz

Huiswerk
maken 2.3: 21, 23, 26, 29
Leren 2.2 en 2.3

Slide 18 - Diapositive