Les 29

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

KERN les 29

Hoe schrijf je bijvoeglijke namwoorden

Je leert hoe je bijvoeglijke naamwoorden en de trappen van vergelijking schrijft  

Belangrijk!

blz. 62

Woorden les 29

blozen: een rood gezicht krijgen

waardevol: wat veel geld op kan brengen, wat veel voor je betekent

aanrichten: de oorzaak zijn van de dingen die volgen

ontspannen: tot rust komen door iets prettigs

de formule: korte beschrijving van hoe je iets doet

waarschijnlijk: vermoedelijk

Maak opdracht 7, blz. 63

nakijken

blozen

ontspannen

de formule

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord

1. Waar
2. Niet waar

Een bijvoeglijk naamwoord kan alleen op een –e eindigen

1. Waar
2. Niet waar

Woorden in de overtreffende trap eindigen meestal op –st

1. Waar
2. Niet waar

Amina heeft meer gegeten dan Luuk en Jelle bij elkaar.
Meer is:

1. stellend
2. vergrotend
3. overtreffend

Ik geloof niet in waarzeggers met glazen bollen.
glazen is:

1. stellend
2. vergrotend
3. overtreffend

Het vest dat Sterre vandaag draagt is blauw.
blauw is:

1. stellend
2. vergrotend
3. overtreffend

Hakim draagt de zwaarste koffer.
zwaarste is:

1. stellend
2. vergrotend
3. overtreffend

Kunnen we ook een uur later afspreken?
later is:

1. stellend
2. vergrotend
3. overtreffend

'Onze formule: de nieuwste laptops voor de laagste prijs!'
Bijvoeglijke naamwoorden (2):

1. formule
2. nieuwste
3. laagste
4. prijs

'Volkorenbrood: een goede start van je dag!'
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

1. Volkorenbrood
2. goede
3. start
4. dag

'Een druk leven? Ontspan met hippe handdoeken en badjassen!'
Bijvoeglijke naamwoorden (2):

1. druk
2. Ontspan
3. hippe
4. badjassen

'Investeer nu in een waardevolle toekomst'
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

1. Investeer
2. nu
3. waardevolle
4. toekomst

Zelfstandig werken

Maak KERN les 29 af 

blz. 62+63

Klaar? NUMO

nakijken

Ik weet wat bijvoeglijk naamwoorden en de trappen van vergelijking zijn

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de juiste vorm van bijvoeglijke naamwoorden en de trappen van vergelijking invullen in een zin

😒🙁😐🙂😃