Quiz spelling en grammatica paragraaf 1-4

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

De infinitief is...

1. de ik-vorm
2. het hele ww
3. de pv tegenwoordige tijd
4. de pv verleden tijd

Wat is een infinitief?

1. Het hele werkwoord
2. De hij-vorm van het werkwoord
3. Als je de zin vragend maakt komt deze vooraan
4. Wie/wat + werkwoorden

Wat is infinitief?

1. schilder
2. schilderen
3. geschilderd
4. schilderend

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

1. de, het, een
2. rood, groen, geel
3. fiets, koe, paard

Wat is geen zelfstandig naamwoord?

1. roepen
2. kleding
3. schaal
4. kerstkaart

Noem de lidwoorden

Wat zijn bepaalde lidwoorden

1. de
2. een
3. het
4. de en het

In het meervoud gebruik je geen onbepaald lidwoord

1. waar
2. niet waar

Welke hoort er niet bij?
Bij een zelfstandig naamwoord

1. kan je die of dat ervoor zetten
2. kan je er vaak enkelvoud of meervoud van maken
3. kan je de trappen van vergelijking maken
4. kan je er vaak een verkleinwoord van maken

Wanneer gebruik je de onverbogen vorm van een bijvoeglijk naamwoord (bn)?

1. na 'een' bij een de-woord
2. na 'een' bij een het-woord
3. Als het bn voor het zn staat
4. Als het bn achter het zn staat

Er was een ontspannen sfeer.
'Ontspannen' is hier een

1. bijvoeglijk naamwoord
2. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. werkwoord

Waar of niet waar?
Dwarst is de vergrotende trap van dwars

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?
Dwarst is de overtreffende trap van dwars

1. waar
2. niet waar

Wat is de regel bij de trappen van vergelijking en een woord dat eindigt met -r

1. alleen +t in overtreffende trap
2. +der in de vergrotende trap
3. geen andere regels
4. meer en meest ervoor

Er zijn geen onregelmatige trappen van vergelijking

1. waar
2. niet waar

Noem een voorbeeld van onregelmatige trappen van vergelijking

In de stad hing een dikke mist.
Wat is een werkwoord?

1. stad
2. hing
3. dikke
4. mist

Ik dacht dat ik verse appeltaart rook.
Welk(e) werkwoord(en)?

1. dacht
2. rook
3. appeltaart
4. dacht + rook

Mijn dromen kan ik me helaas niet altijd herinneren.
'Dromen' is een:

1. zelfstandig naamwoord
2. lidwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Sommige leerlingen zitten te vaak te dromen
'Dromen' is een:

1. zelfstandig naamwoord
2. lidwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Wat vind je nog moeilijk?