Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Slide 1 - Diapositive
Wat is het doel van deze oefening?
Kennis over woordenschat opdoen
Leren waarom werken aan woordenschat belangrijk is
Bekijken hoe kinderen woorden leren
Slide 2 - Diapositive
Wat is dit?
Slide 3 - Diapositive
Geen idee hoe je dit toestel noemt?
Dat is heel normaal: dit woord kom je niet vaak tegen.
Slide 4 - Diapositive
Duid de woeler aan.
A
nummer 3
B
nummer 4
C
nummer 5
D
nummer 6
Slide 5 - Quiz
Makkelijker dan de eerste vraag?
Dat is logisch:
nu moet je het woord niet opdiepen uit je geheugen, je gebruikt je receptieve kennis. Je ziet het voorwerp en linkt het aan een van de woorden die je aangeboden krijgt.
Slide 6 - Diapositive
Wat is dit? Deze vraag kan je nu wél beantwoorden!
A
een grasmaaier
B
een pletwals
C
een trilplaat
D
een compressor
Slide 7 - Quiz
We leren woorden bij.
Woorden bijleren - beluister hier info (36 sec.).
Nieuwe woorden linken we aan woorden die we al kennen, in een netwerk in ons brein.
Slide 8 - Diapositive
We leren woorden bij.
Nieuwe woorden linken we aan woorden die we al kennen, in een netwerk in ons brein. Als we het vaak gebruiken, zet een woord zich vast. Woorden die we niet vaak horen, zoals 'trilplaat', vergeten we weer.
Slide 9 - Diapositive
Hoeveel woorden gebruikt een volwassene met een redelijk opleidingsniveau?
A
5.000 à 7.000
B
50.000 à 70.000
C
3.000 à 4.000
D
30.000 à 40.000
Slide 10 - Quiz
Meer dan je dacht?
Ja, we kennen heel wat woorden!
We begrijpen er meer dan we actief gebruiken:
receptief/begrijpen 50.000 à 70.000
productief/gebruiken 30.000 à 40.000
Slide 11 - Diapositive
Kennen we dan alle woorden uit het woordenboek? Hoeveel woorden staan er eigenlijk in de Dikke Van Dale, het grote woordenboek van de Nederlandse taal?
A
ongeveer 70.000
B
ongeveer 140.000
C
ongeveer 240.000
D
ongeveer 520.000
Slide 12 - Quiz
Wat een schat aan woorden!
We kennen ze lang niet allemaal, en ook in het woordenboek komen altijd weer woorden en uitdrukkingen bij en worden er geschrapt. Omdat taal evolueert samen met de maatschappij.