A1A Woordsoorten H2 bn les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Schrijf alle lidwoorden en zelfstandige naamwoorden uit dit gedicht op.

Lesdoelen:

Ik kan / weet:

• bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
  

Wat weet jij nog van een bijvoeglijk naamwoord?

Schrijf 2 dingen van een bijvoeglijk naamwoord op.

Bijvoeglijke naamwoord (bn)

• zegt iets extra's over een zelfstandig naamwoord (zn)

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

• een stoffelijk bn geeft het materiaal aan en eindigt vaak op      - en (de houten stoel, de koperen plaat)

--> een bn staat soms voor een zn (De waardevolle schilderijen.)

--> soms achter een zn (De schilderijen zijn waardevol.)

--> soms nog verder weg (De schilderijen die ik gisteren kocht zijn erg waardevol.)

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Bedenk bij de volgende zn minstens 3 bijvoeglijk naamwoorden; 1 met blw voor het zn (de/het), 1 met olw voor het zn (een) en 1 waarbij de bn achter het zn staat (dus een kort zinnetje). Je moet steeds een ander bn gebruiken.

1. film

2. boek

3. paard

4. fiets

5. trui

Wat nu?

We beginnen samen met opdracht 1 van H2 grammatica woordsoorten. Deze maak je zelf af. Daarna ga je verder met opdracht 

2 t/m 4 (blz. 61).

Macbook

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Lopen

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

oorlog, enthousiasme, zelfverzekerd

1. concreet zelfstandig naamwoord
2. abstract zelfstandig naamwoord

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

_______

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

________

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

____________

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

Ik kan bijvoeglijk naamwoorden herkennen.
0 = echt (nog) niet / 10 =

010

Hoe heb je gewerkt?

1. :)
2. :|
3. :(