Periode 1 week 37 les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Bonjour les jeunes! 

- Chewing gum à la poubelle
- Enlève ta veste
- Prends ton livre et ton cahier et ton ordinateur
- On commence dans 2 minutes

                            MERCI!

Les objectifs

Aan het eind van deze week kan ik.....

1. informatie vinden in korte teksten (selfies/ een online beroep)
2. onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken

Subdoelen

- Ik ken een aantal bijvoeglijke naamwoorden in het Frans

- Ik weet de plek van het bijvoeglijk naamwoord in een Franse zin

- Ik weet dat er een aantal uitzonderingen zijn

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

Check- in

A. zij  heeft gehad

B. zij zijn geweest

C.  ik  heb gehad

D.  wij/we zijn geweest

E. jij / je bent geweest

F. wij hebben gehad

1.  nous  avons eu

2.  tu as été

3.  ils  ont été

4.  j'ai eu

5.  on a été

6.  elle a eu

Het bijvoeglijk naamwoord

Wat weten jullie nu?

Noem een paar Franse bijvoeglijke naamwoorden op die je kent

Waar gebruik je bijvoeglijke naamwoorden voor?

De meeste Franse bijvoeglijke naamwoorden staan _______ het zelfstandig naamwoord.

1. voor
2. achter

Wat weet je over de plek van onderstaande bijvoeglijke naamwoorden?

jeune 

vieux 

nouveau

mauvais

long

beau

beau

grand petit

premier

dernier

joli

Uitleg

Filmpje 1: de plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Filmpje 2: onregelmatige vormen

Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord (persoon, dier of ding). 

Het bijvoeglijk naamwoord

 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 

	Enk	Mv
Man	-	s
vrouw	e	es

Voorbeelden

Il habite dans une grand maison

Une maison = vrouwelijk enkelvoud

Grand --> grande

Il habite dans une grande maison

Uitzonderingen

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een -e? Dan krijg je geen extra e bij vrouwelijke woorden.

vb: un garçon timide - une fille timide 

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een -s? Dan krijg je geen extra s bij mannelijke woorden in het meervoud.

vb: le pantalon gris - les pantalons gris

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Frans meestal achter het zelfstandig naamwoord

vb: un pantalon noir 

Maar let op: de volgende bijvoeglijk naamwoorden staan in het Frans altijd voor het zelfstandig naamwoord

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

bon	goed, lekker
grand	groot
petit	klein
premier	eerst
dernier	laatste
joli	mooi

jeune	jong
vieux	oud
nouveau	nieuw
mauvais	slecht
long	lang
beau	mooi

Intéressant

Beau

Nouveau

Bleu

Petite

Voor het zelfstandig naamwoord

Na het zelfstandig naamwoord

Bijzondere vormen

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -x-, krijgt de vrouwelijke vorm -se- op het einde.

Heureux - heureuse

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -f-, krijgt de vrouwelijke vorm -ve- op het einde. 

Sportif - sportive

Bijzondere vormen

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -ien-, krijgt de vrouwelijke vorm -ienne- op het einde.

Italien - Italienne

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -eux-, krijgt de vrouwelijke vorm -euse- op het einde. 

dangereux - dangereuse

De vrouwelijke (enk) vorm van jaloux

1. jaloux
2. jalouxe
3. jalouse
4. jalouses

Vrouwelijke vorm (meervoud) van délicieux

1. délicieux
2. délicieuses
3. délicieuss
4. délicieuse

Mannelijk (enkelvoud) van het woord; sportif

1. sportif
2. sportives
3. sportifs
4. sportive

Enkele bijzondere vormen

Vieux - vieille (oud)

Nouveau - nouvelle (nieuw)

beau - belle (mooi)

bon - bonne (goed,lekker)

Blanc - blanche (wit)

fou - folle (gek)

long - longue (lang)

Een goed boek

1. Un bon livre
2. Une bonne livre
3. Une livre bonne
4. Un livre bon

Een gevaarlijke weg

Dangereux

1. Une route dangereux
2. Une route dangereuses
3. une route dangereuse
4. une dangereuse route

Een mooi meisje

1. Une fille belle
2. Une bel fille
3. Une fille bele
4. Une belle fille

Een Franse taart

1. Un gateau france
2. Un gateau française
3. Un gateau français
4. Un français gateau

Au travail! choisis:

Lire:

exercices 8, 9a t/m c, 10, 11 p. 24 t/m 27

Grammaire:

bijvoeglijk naamwoord

exercices 15, 16a t/m d, 16f (uitdaging), 17 

p. 30 t/m 33

Apprendre:

Vocabulaire B p. 48

 

Écrire:

Brief 1 oefenen met docent / brief 1 inleveren op Peppels 

gfdfdfvsdvsdvsd

Aan het eind van deze week kan ik.....

1. informatie vinden in korte teksten (selfies/ een online beroep)
2. onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken

Check- out

Schrijf op een post- it:

1.  wat je vandaag hebt geleerd

2. welke vraag je hebt na deze les

3. een TIP voor de docent over deze les

4. een TOP voor de docent over deze les