Examentraining NL 2F lezen

Goedemorgen allemaal!
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen allemaal!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Woordenlijst
  • Klassikaal blz. 190-191 / 204-205 examenvoorbereiding
  • Hulpmiddelen doornemen
  • Oefenen: Nu Nederlands

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Woordenlijst examen
  1. Ga naar teams, open het document woordenlijst examen.
  2. Elke les gaan we 5 woorden bespreken.
  3. Woord en uitleg schrijf je op in je eigen document.  

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Les 2 examentraining
  1. Woordenlijst examen- opdracht teams
  2.  Opdracht songtekst Snelle
  3. Verder werken examenopdrachten laptop Nu Nederlands

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Opdrachten:
Op de laptop:
- Examentraining zoek hoofdstuk  EXCE
- Ga naar examenopdrachten maken
Lees de theorie en daarna de opdracht!

Slide 18 - Diapositive

Gesprekken
Examenonderdeel

Slide 19 - Diapositive

Wat moet je doen?

Slide 20 - Diapositive

Examen gesprekken
1F :
- 2 onderdelen
* informatie uitwisselen
* discussie voeren
2F:
- 15 min voor het examen je examen opdracht.
-Mening en argumenten.

Slide 21 - Diapositive

Waar moet je opletten?
- houding (zit rechtop/ loop rechtop).
- neem een open houding aan.
- gebruik je handgebaren gepast.
- maak oogcontact.
- Laat de ander uitpraten en help elkaar.

Slide 22 - Diapositive

Open en gesloten vragen stellen

Slide 23 - Diapositive

Examenopdracht maken 
opdracht 10 in tweetallen

Slide 24 - Diapositive

Schrijven van een email

Slide 25 - Diapositive

Zakelijke email

Slide 26 - Diapositive

Wanneer schrijf je een zakelijke email?

Slide 27 - Carte mentale

Doel
Aan het einde van de les kan ik een zakelijke email schrijven. 

Slide 28 - Diapositive


Een zakelijke email 

Slide 29 - Diapositive

Wat schrijf je waar?
  • Emailadres -> weet je deze niet? -> dan verzin je er zelf eentje
  • onderwerp
  • aanhef (Beste of geachte)
  • alinea's (inleiding - kern - en slot)
  • Afsluiting (Groetjes, Met vriendelijke groet,)
  • Naam (Fauve of Fauve Jansen)

Slide 30 - Diapositive

Ik wil mijn nieuwe camera laten repareren bij de zaak waar ik die gekocht heb. Ik schrijf een ..................................... email naar die afdeling.


A
zakelijke
B
persoonlijke

Slide 31 - Quiz

In een zakelijke email staan minstens 2 komma's. Waar?
A
Na aanhef en na het woord 'want'
B
Na de slotgroet en na het onderwerp
C
Na aanhef en slotgroet
D
Na het onderwerp en het woord 'dus'

Slide 32 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke email
A
Amsterdam 2 november 2016
B
Amsterdam, 2 November 2016
C
Amsterdam, 2 november 2016
D
Amsterdam, 2-11-2016

Slide 33 - Quiz

In een zakelijke email gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 34 - Quiz

Korte opdracht: Zakelijke e-mail
In jouw straat ligt een losse stoeptegel.
  • Schrijf een nette email naar de gemeente.
  • Verzoek om een reparatie van de stoeptegel.
  • Leg ook uit waarom die zo gevaarlijk is.


Slide 35 - Diapositive

Conventies van een 
zakelijke e-mail
aan: mailadres geadresseerde-
onderwerp: waar gaat de email over?

Aanhef: Geachte heer/mevrouw,

Inleiding: Wie ben je? Waarom schrijf je?
Kern: Belangrijke informatie, vragen etc.
Afsluiting: bedankje en wat verwacht je?

Met vriendelijke groet,

Naam + achternaam

Slide 36 - Diapositive