Q&A week 3, voeding en vocht

Lesdoelen
Behandeling van stof op verzoek van de klas
  • voeding 
  • vocht
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Q&AMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
Behandeling van stof op verzoek van de klas
  • voeding 
  • vocht

Slide 1 - Diapositive

Voeding
Voeding zorgt voor de opbouw en het herstel van het lichaam, levert energie en regelt alle lichaamsprocessen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Energie
  • Energie in het lichaam wordt voor 10 tot 15% geleverd door eiwitten, 30 tot 35% door vetten en 50 tot 55% door koolhydraten. 
  • De hoeveelheid energie die een voedingsstof levert, wordt uitgedrukt in kilojoules (kJ) per gram. Vroeger gebruikte men hiervoor kilocalorieën (kcal). Eén kilocalorie is de hoeveelheid energie die nodig is om één liter water één graad Celsius te verwarmen. Eén kcal komt overeen met 4,2 kJ. 
  • Het energieverbruik voor de inwendige arbeid(ademhaling, kloppen van het hart, etc) wordt het basale metabolisme (BM)of de grondstofwisseling genoemd.

     

Slide 8 - Diapositive

Energie behoefte
De behoefte aan energie is afhankelijk van:
  • de leeftijd en het geslacht
  • de lichaamslengte, de lichaamssamenstelling en het gewicht
  • de algehele gezondheidstoestand
  • het klimaat
  • de lichamelijke prestaties

Slide 9 - Diapositive

Voedingstoestand
  • BMI
  • SNAQ: Short Nutritional Assessment Questionnaire
  • Is de zorgvrager de laatste zes maanden onbedoeld meer dan zes kilo afgevallen of meer dan drie kilo in de maand voor de opname? 
  • Heeft de zorgvrager een verminderde eetlust?
  • Heeft de zorgvrager sondevoeding of drinkvoeding gebruikt? 
  • Maximaal 7 punten te behalen
  • >= 2 punten: 2 tussenmaaltijden
  • >= 3 punten: diëtiste

SIGNALEN VAN HET LICHAAM OVER DE VOEDINGSTOESTAND   

Slide 10 - Diapositive

Overvoeding
Inwendige oorzaken zijn onder andere:
een te trage werking van het schildklierhormoon (thyroxine)
erfelijke factoren
stoornissen in het honger- en verzadigingscentrum in de hersenen
Uitwendige oorzaken zijn onder andere:
medicatiegebruik
te veel eten
te weinig beweging

Slide 11 - Diapositive

Ondervoeding
  • partieel vs totaal
  • acuut vs chronisch
Diagnose stellen:
  • vaststellen risico ondervoeding (SNAQ)
  • ondervoeding vaststellen 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

parameters verzamelen
  • Lengte
  • Gewicht 
  • zelfde tijdstip
  1. vergelijkbare kleding
  2. zonder schoenen
  3. privacy
  • QI (queteletindex)/BMI(body mass index)
BMI: gewicht in kilo’s te delen door de lengte in het kwadraat, uitgedrukt in meters  

Slide 14 - Diapositive

Vocht
  • Bouwstof
  • Oplosmiddel, transportmiddel
  •  Warmte regulatie


  • Volwassene bestaat voor 60% uit water
  • 20% vochtverlies is dodelijk 

Slide 15 - Diapositive

Vochtbalans
  • verschil tussen vochtinname en uitscheiding 
  • negatieve vochtbalans: er gaat meer uit dan in
  • positieve vochtbalans: er gaat meer in dan uit
  • ideaal is 1,5 liter inname per 24 u. (vaste voeding, verbranding in het lichaam, drinken)
  • Uitscheiding via urine, ontlasting, ademhaling en via de huid
     

Slide 16 - Diapositive

Dehydratie
De zorgvrager kan te weinig vocht (en elektrolyten) innemen:
hij heeft een geringe dorstprikkel (ouderen);
hij kan niet aangeven dat hij dorst heeft (comateuze zorgvragers, mensen met een verstandelijke beperking, zorgvragers met dementie);
hij kiest er bewust voor, bijvoorbeeld om (nachtelijke) urine-incontinentie te voorkomen.
De zorgvrager kan veel vocht (en elektrolyten) verliezen door:
overmatige transpiratie door koorts en warmte;
een blaasstoma;
een ileostoma;
wonden;
braken en/of diarree;
uitgebreide brandwonden;
lichamelijke inspanning;
flink bloedverlies, bijvoorbeeld door een ongeval of een grote operatie.

Slide 17 - Diapositive

Vochtretentie
Symptomen:
  • Een opgeblazen gevoel
  • Dikke voeten en vingers, opgezette oogleden
  • Vaak ’s nachts plassen (nycturie)
Oorzaken
  • Hart-, lever- of nieraandoeningen
  • Het gebruik van bepaalde medicijnen
 Oedeem geeft een verhoogde kans op wonden!
Wees je bewust van de electrolyten balans. Ka in de cellen, Na buiten de cellen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Methodisch werken bij zorg voor voeding en vocht
  • je schat de zorgbehoefte van de zorgvrager in
  • je observeert de zorgvrager 
  • je stemt je zorg af op zijn zorgbehoefte
  • je coördineert en evalueert de zorg 
  • je hanteert de juiste beroepshouding

     

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Tips voor verdieping
  • zoek op in je boek het spijsverteringsstelsel op.  
  1. welke organen/onderdelen horen hierbij
  2. hoe zijn deze opgebouwd
  3. hoe werken ze
  • Zoek in je boek het urinestelsel op:
  1. welke organen/onderdelen horen hierbij
  2. hoe zijn deze opgebouwd
  3. hoe werken ze

Slide 22 - Diapositive

Zet in onderstaande afbeeldingen pijlen om aan te geven wat waar gebeurd tijdens de vertering van een bepaalde voedingsstof

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive