1.0 De tijd indelen

Verleden, heden en toekomst
De tijd indelen
                       DE TIJD INDELEN
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Verleden, heden en toekomst
De tijd indelen
                       DE TIJD INDELEN

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet hoe je een christelijke jaartelling moet lezen.
  • Je kunt een jaartal in de goede eeuw plaatsen. 
  • Je kent de begrippen overeenkomst en verschil.

Slide 2 - Diapositive

Geschiedenis
Je bestudeert het verleden van mensen.
Als je begrijpt wat mensen vroeger meemaakten, begrijpen je de mensen nu beter.

Slide 3 - Diapositive

Eeuwen
  • Stukjes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Enz.

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 4 - Diapositive

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wij gebruiken de Christelijke jaartelling. In welk jaar begint deze jaartelling?
A
Het jaar 0
B
Het jaar 1
C
Het jaar 500 na Christus
D
Het jaar 3000 voor Christus

Slide 8 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 9 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 10 - Quiz

Bij de vorige vragen heb je gezien hoe tijdbalken eruit zien.

Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
A
Een tijdbalk moet altijd beginnen bij het jaar 1
B
Een tijdbalk heeft altijd perioden van 100 jaar
C
Een tijdbalk heeft altijd de perioden in gelijke stukken verdeeld
D
Een tijdbalk heeft altijd als laatste jaartal, het huidige jaar

Slide 11 - Quiz

Julius Caesar werd in 44 v. Chr. vermoord.

Hoeveel jaar is dat geleden?
A
2000 jaar geleden
B
2030 jaar geleden
C
2060 jaar geleden
D
2100 jaar geleden

Slide 12 - Quiz

De tien tijdvakken

Slide 13 - Diapositive

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 14 - Quiz

Zet de onderstaande jaartallen in de juiste chronologische volgorde. Schrijf alleen de letters op
A.    1750
B.    1895
C.    450 v. chr
D.    658 v. chr
E.    841
F.    964 v. chr

Slide 15 - Diapositive