Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Week 39 HT2T
Programm
TEA-1
Lernen
Rückblick
was machten wir letztes Mal?
Check SEIN
Lernziele
Schritt 8+9+10
Verben (onregelmatige werkwoorden)
Hausaufgaben
Schritt 8+9+10
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Programm
TEA-1
Lernen
Rückblick
was machten wir letztes Mal?
Check SEIN
Lernziele
Schritt 8+9+10
Verben (onregelmatige werkwoorden)
Hausaufgaben
Schritt 8+9+10
Slide 1 - Diapositive
Was wisst ihr schon zu diesem Thema?
Slide 2 - Diapositive
TEA-1
Jezelf schriftelijk voorstellen
Je naam, leeftijd, woonplaats etc.
HABEN+SEIN gebruiken
toepassen in zinnen (dus niet alleen de schema's leren)
Regelmatige werkwoorden gebruiken
oefenen we vandaag in de les*
Fragewörter
wie, wat, waar, wanneer, hoe, waarom, waarvandaan, waarheen
Wortschatz Schritt 2+7
gebruik de links van Quizlet (via Teams van je docent gekregen)
Lesen A1
Slide 3 - Diapositive
Rückblick
Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?
Slide 4 - Diapositive
Padlet HT2T
Lever hier je huiswerkopdrachten in
Aufgabe 3 ab Seite 37
Aufgabe 1 ab Seite 40
Aufgabe 4 auf Seite 42
Link Padlet:
https://tinyurl.com/ll0b8yln
Slide 5 - Diapositive
Verb SEIN
Maak de test via de volgende link
en/of code.
Vul altijd iets in!!
https://tinyurl.com/akaeay5e
timer
1:00
Slide 6 - Diapositive
Verben
Ihr habt bis jetzt schon die Verben HABEN und SEIN gelernt un geübt.
Natürlich gibt es mehrere Verben, aber bevor wir richtig damit losgehen:
welche Schritten sind wichtig beim konjugieren/vervoegen?
Slide 7 - Diapositive
Verben
Welke stappen neem je in het Nederlands of bijvoorbeeld Frans om een werkwoord te vervoegen.
Je maakt eerst de stam van het werkwoord. Hoe doe je dit in het Duits?
Je haalt gewoon -EN van het hele werkwoord af
Je moet ook weten wie het doet -> persoonlijk voornaamwoord
Slide 8 - Diapositive
Verben
Maak de stam van de volgende werkwoorden:
wohnen
spielen
kochen
lernen
kommen
heißen
lieben
wohn
spiel
koch
lern
komm
heiß
lieb
een stam eindigend op twee medeklinkers kan in het Duits gewoon.
Slide 9 - Diapositive
Verben
Wat zijn de Duitse persoonlijk voornaamwoorden?
ik
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij
u
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie
Sie
Je hebt deze al geleerd bij HABEN en SEIN
Slide 10 - Diapositive
Verben
Wat heb je nu aan de stam?
Helemaal niks nog!
Je moet deze stam gebruiken om de regelmatige werkwoorden goed te kunnen maken.
Voor we verder gaan: wat zijn regelmatige werkwoorden?
Heel simpel! Dit zijn werkwoorden die je met een regel kunt maken!
Slide 11 - Diapositive
Verben
Stam
ich
e
du
st
er/sie/es
t
wir
en
ihr
t
Sie/sie
en
Stam?
hele ww -en
wohnen
spielen
kommen
kochen
Slide 12 - Diapositive
Verben
Stam
fe
i
e
d
st
e
t
w
en
i
t
S/s
en
Slide 13 - Diapositive
du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst
Slide 14 - Quiz
Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt
Slide 15 - Quiz
ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet
Slide 16 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen
Slide 17 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche
Slide 18 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft
Slide 19 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (spielen) gern Tennis.
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
spielst
Slide 20 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Meine Eltern (kommen) Morgen.
A
kommen
B
kommt
C
bekommst
D
komme
Slide 21 - Quiz
Wat vind je nog lastig aan het vervoegen van werkwoorden?
Slide 22 - Question ouverte
Aufgaben Üben
Schritt 8
Aufgabe 4 auf Seite 42
Schritt 9
Aufgabe 3 auf Seite 57
Schritt 10
Aufgabe 2 auf Seite 60
Bist du schon fertig(klaar)? -> Mache alle Aufgaben vom Schritt 9
timer
1:00
Slide 23 - Diapositive
Programm
Rückblick
Verben Checken
Lernziele
Verben
Aufgabe
Hausaufgaben
Fragen ausdenken zum TEA-Stoff
Slide 24 - Diapositive
Rückblick
Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?
Slide 25 - Diapositive
Padlet HT2T
Lever hier je huiswerkopdrachten in
Aufgabe 4 ab Seite 42
Aufgabe 3 ab Seite 57
Aufgabe 2 auf Seite 60
Link Padlet:
https://tinyurl.com/ll0b8yln
Slide 26 - Diapositive
Lernziele
Ik weet precies wat ik moet leren voor TEA-1
Ik kan de werkwoorden met behulp van de regels goed gebruiken in zinnen (A1)
Slide 27 - Diapositive
TEA-1
Jezelf schriftelijk voorstellen
Je naam, leeftijd, woonplaats etc.
HABEN+SEIN gebruiken
toepassen in zinnen (dus niet alleen de schema's leren)
Regelmatige werkwoorden gebruiken
oefenen we vandaag in de les
Fragewörter
wie, wat, waar, wanneer, hoe, waarom, waarvandaan, waarheen
Wortschatz Schritt 2+7
gebruik de links van Quizlet (via Teams van je docent gekregen)
Lesen A1
Slide 28 - Diapositive
Verben
Welke stappen neem je in het Nederlands of bijvoorbeeld Frans om een werkwoord te vervoegen?
Je maakt eerst de stam van het werkwoord. Hoe doe je dit in het Duits?
Je haalt gewoon -EN van het hele werkwoord af
Je moet ook weten wie het doet -> persoonlijk voornaamwoord
Slide 29 - Diapositive
Verben
Maak de stam van de volgende werkwoorden:
wohnen
spielen
kochen
lernen
kommen
heißen
lieben
wohn
spiel
koch
lern
komm
heiß
lieb
een stam eindigend op twee medeklinkers kan in het Duits gewoon.
Slide 30 - Diapositive
Verben
Wat zijn de Duitse persoonlijk voornaamwoorden?
ik
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij
u
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie
Sie
Je hebt deze al geleerd bij HABEN en SEIN
Slide 31 - Diapositive
Verben
Wat heb je nu aan de stam?
Helemaal niks nog!
Je moet deze stam gebruiken om de regelmatige werkwoorden goed te kunnen maken.
Voor we verder gaan: wat zijn regelmatige werkwoorden?
Heel simpel! Dit zijn werkwoorden die je met een regel kunt maken!
Slide 32 - Diapositive
Verben
Stam
ich
e
du
st
er/sie/es
t
wir
en
ihr
t
Sie/sie
en
Stam?
hele ww -en
wohnen
spielen
kommen
kochen
Slide 33 - Diapositive
Verben
Stam
fe
i
e
d
st
e
t
w
en
i
t
S/s
en
Slide 34 - Diapositive
Aufgabe - Verben
Doel
: alle persoonlijk voornaamwoorden gebruiken en veel regelmatige werkwoorden gebruiken.
Opdracht
: maak een foto van iets of iemand die iets doet en schrijf de zin naast de foto.
zB. Ich
liege
auf dem Tisch ---> foto: ik die op de tafel ligt en naar mijzelf wijst
Je werkt in viertallen
Je opent een tekstdocument
Je bedenkt eerst 9 zinnen (alle pers. voornaamwoorden) met spullen die je in het lokaal kunt vinden
Je vervoegt alle werkwoorden op de juiste manier
Elk werkwoord mag je maar 1 keer gebruiken (dus niet 9 keer een zin met spillen)
Je maakt de foto's bij de zinnen
Je levert per team het tekstdocument met de foto's en zinnen in
timer
15:00
auf dem Tisch, auf dem Stuhl, auf dem Boden, in der Ecke, im Klassenraum
Slide 35 - Diapositive
TEA-1
Ist alles deutlich/klar?
Mache Zwischenstufe ab Seite 45 zum Üben
alle Aufgaben (1, 2, 3 und 4)
Je mag altijd via Teams vragen stellen. Dit is namelijk de laatste les voor de TEA-week
Slide 36 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Week 38 TH2
Septembre 2021
- Leçon avec
42 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Week 38 ht2t
Septembre 2021
- Leçon avec
41 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Week 40 H2P
Septembre 2020
- Leçon avec
32 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Week 7 H2P
Février 2021
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Gentiaan 3TL 30-11
Novembre 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Gentiaan 2H 26-10
Octobre 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
03-06 t/m 05-06 2HV Duits
Mai 2020
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Week 44 H3
Novembre 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3