Les 1 Introductie detail HANSPETRI SCHOOL

• Economie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Handel en Verkoop

Introductie les

Lesplanning:

• Wat ga je leren in de lessen detail
• Welke regels en afspraken er zijn.
• Lesson up
• boekje werken
• Kas opmaken
• filmpje met vragen

woordenschat Detailhandel

Detailhandel betekent:

De verkoop van goederen aan de consument.

Dit zijn dus vooral (online) winkels.

De consument betekent:

Iemand die iets koopt voor zichzelf.

Een winkel verkoopt artikelen

Dat zijn dus de spullen die een winkel verkoopt. 

Je hebt verschillende soorten.

huishoudelijke artikelen

kantoorartikelen

schoonmaakartikelen

sportartikelen

etalage

de kassa

de toonbank

Wat is een toonbank

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat betekent "de detailhandel"

1. Een plaats waar spullen opgeslagen worden
2. Winkels die sierraden verkopen
3. De verkoop van spullen aan mensen, dus vooral winkels
4. Een verzamelnaam spullen in een winkel.

Waaraan denk jij bij werken in de winkel?

Wat ga je leren bij  handel?

• Artikelpresentatie  aanvullen;
•  Omgaan met klanten;
• Schoonmaken;
• Artikelen controleren;
• Pakbon en vrachtbrief controleren;
• Afval en emballage;
• Artikelen prijzen.

01:55

Kun je dit brood nog verkopen?

1. Ja natuurlijk!
2. Nee, dat is niet hygiënisch

02:46

Mag je zomaar een broodje frikandel eten als winkelmedewerker?

1. Ja is toch lekker!
2. Nee, maar stiekem wel.
3. Ja, alleen als deze nog lekker warm is.
4. Nee, dit mag nooit. Daar zet je je baan/stage mee op het spel.

04:55

Wat kan Chantal zeggen om beleefd om te roepen?

05:24

Wat zou jij doen als de klant met zo'n vraag kwam?

02:40

Wat zou jij doen als een klant iets laat vallen?

Welke soort winkels kennen we?

Soorten winkels

• Supermarkten;
• kledingwinkels;
• speciaalzaken;
• Warenhuizen;
• Online winkels (bijvoorbeeld Bol.com).

In welke winkel(s) zou jij willen werken?