Wel of geen -n aan het eind van een woord?
1 / 14
La durée de la leçon est: 80 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Sommige of sommigen?
De leerlingen deden lang over de toets, maar [...] hadden hun toets al af.
De leerlingen deden lang over de toets, maar [...] hadden hun toets al af.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 2 - Quiz
Enkele of enkelen?
[...] waren te laat voor de les.
[...] waren te laat voor de les.
A
Enkele
B
Enkelen
Slide 3 - Quiz
Sommige of sommigen?
[...] van de bomen zijn al groot.
[...] van de bomen zijn al groot.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 4 - Quiz
Enkele of enkelen?
[...] zijn het er gelukkig wel mee eens.
[...] zijn het er gelukkig wel mee eens.
A
Enkele
B
Enkelen
Slide 5 - Quiz
Alle of allen?
A
De cadeautjes hebben alle dezelfde vorm.
B
De cadeautjes hebben allen dezelfde vorm.
Slide 6 - Quiz
Sommige of sommigen?
Er waren paarden losgebroken uit de stal. [...] daarvan liepen op de weg.
Er waren paarden losgebroken uit de stal. [...] daarvan liepen op de weg.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 7 - Quiz
alle of allen?
Ik had goede ideeën, maar ze zijn geen van ........ uitgevoerd?
Ik had goede ideeën, maar ze zijn geen van ........ uitgevoerd?
A
Alle
B
Allen
Slide 8 - Quiz
Alle of allen?
De kippen waren [...] ontsnapt.
De kippen waren [...] ontsnapt.
A
Alle
B
Allen
Slide 9 - Quiz
Alle of allen?
[...] liepen met een rollator.
[...] liepen met een rollator.
A
Alle
B
Allen
Slide 10 - Quiz
Alle of allen?
De leerlingen van de brugklas zijn [...] bevorderd.
De leerlingen van de brugklas zijn [...] bevorderd.
A
Alle
B
Allen
Slide 11 - Quiz
Sommige of sommigen?
[...] hebben altijd geluk.
[...] hebben altijd geluk.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 12 - Quiz
sommige of sommigen?
Alle studenten zijn geslaagd en .....hebben zelfs een acht gehaald.
Alle studenten zijn geslaagd en .....hebben zelfs een acht gehaald.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 13 - Quiz
Enkele of enkelen?
De docent dronk [...] kopjes koffie voorafgaand aan de les.
De docent dronk [...] kopjes koffie voorafgaand aan de les.
A
Enkele
B
Enkelen
