alle of allen
De kippen waren alle/allen ontsnapt.
A
alle
B
allen
1 / 10
Éléments de cette leçon
De kippen waren alle/allen ontsnapt.
A
alle
B
allen
Slide 1 - Quiz
Alle/allen liepen met een rollator.
A
alle
B
allen
Slide 2 - Quiz
Hij heeft alle/allen cola opgedronken.
A
alle
B
allen
Slide 3 - Quiz
Alle / allen pennen doen het nog
A
alle
B
allen
Slide 4 - Quiz
Enkele/Enkelen kozen voor kwarktaart.
A
Enkele
B
Enkelen
Slide 5 - Quiz
Enkelen/ enkele van hen vertrekken morgen al.
A
Enkelen
B
Enkele
Slide 6 - Quiz
De meeste kinderen speelden buiten, maar enkele/ enkelen bleven in de klas
A
enkele
B
enkelen
Slide 7 - Quiz
(Enkele/enkelen) van die slangen zijn levensgevaarlijk.
A
Enkele
B
Enkelen
Slide 8 - Quiz
In de uitverkoop waren maar enkele/enkelen broeken niet verkocht.
A
enkele
B
enkelen
Slide 9 - Quiz
Zo goed zingen als Patricia kunnen maar enkele/enkelen.
A
enkele
B
enkelen
