Theorie (week 28-11)

• LLG
• MBO
• Studiejaar 1

Lesvoorbereidingen 

Hoeveel doelstellingen moet je maken voor 1 lesvoorbereiding?

1. 2
2. 4
3. 3
4. 5

Motorisch

Cognitief

Sociaal-affectief

Denken 

Doen

Bewegen

Voelen

Omgang

Beginsituatie:
Wat hoort er allemaal bij het kopje algemene informatie?

Beginsituatie:

• Groepsgrootte (aantal)
•  Jongens / meisjes
• Gemiddelde leeftijd 
• Doel van de groep (prestatie of recreatief gericht)

Hoeveel verschillende beginsituaties moet je uitschrijven?

1. 1
2. 3
3. 2
4. 4

Beginsituatie:

- Groep 

- Individuele leerling 

- Lesgever

Motorisch beginniveau 

Bewegen / doen 

• De student heeft een goede conditie: wat is goed?
• De student heeft een goede techniek bij hockey: wat is goed?

De student kan een hockeystick met de juiste techniek vasthouden en weet hoe hij/zij een bal naar voren moet pushen met het nawijzen van de bal. 

Denk aan CLUKS: coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht en snelheid.

Beschrijf de motorische beginniveau van je eigen klas in je eigen sport

Cognitief beginniveau 

• Ervaringen: wie snap het wel / wie niet. 
• (Spel)regels 
• Technische aandachtspunten 
• Inzicht in het spel
• Focus / concentratie 

Sociaal-affectief beginniveau

• Gedragsproblemen
•  Personen die speciale aandacht nodig hebben 
• Vertonen bijzonder gedrag

Groep = Slechte sfeer, groepjes (verdeling), veel schelden/reageren op elkaar. 

Individuele leerling = moet je veel waarschuwen, praat door je heen (onbeleefd), weinig respect. 

Lesgever = Faalangst: angstig om voor een groep te staan, moeite met autoriteit. 

Neem (anoniem) 1 persoon die jij zou beschrijven bij 'individuele leerling' en vertel ook waarom?

Lesgever beginsituatie

• Motorisch 
• Cognitief 
• Sociaal-affectief 
• Didactische vaardigheid: handigheid/ervaring in het lesgeven. 

Ik wil dat mijn team gefocust en met agressie de rugby wedstrijd in gaat. 

Ik wil dat mijn team goed warm is zodat er geen blessures ontstaan tijdens de training. 

Ik wil dat ze samenwerkingsoefeningen gaan doen zodat de sfeer in het team beter wordt. 

Fysiologisce functie

Psychologische funtie

Pedagogische functie

Schrijf op wat ik allemaal in mijn inleidingspraatje benoem:

Wat zeg/doe je allemaal in je afsluitingswoordje?

Opdracht:

Maak een:

• Warming-up 
• Kern 
• Afsluiting 

In een sport naar keuze. Zorg ervoor dat je een duidelijke uitleg, organisatie en didactische werkvorm beschrijft. 

Opdracht moet af voor volgende week dinsdag.