Workshop Psychose en begeleiding

 Psychose en schizofrenie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

 Psychose en schizofrenie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na dit thema:
* Kun je uitleggen wat een psychose is
* De verschillende soorten psychosen benoemen
* Uitleggen wat schizofrenie is

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen
Paragraaf 5.4. Client met een psychotische stoornis

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over psychose

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitie
  • Iemand is het normale contact met de realiteit kwijt
  • Ernstige verstoring van informatieverwerking
  • Samenhang tussen gedachten, gevoelens en verlangens gaat verloren
  • Binnen en buitenwereld lopen in elkaar over, men verkiest de grip
  • Dit heeft ingrijpende gevolgen voor persoon en omgeving


Op de volgende dia wordt dit uitgelegd in een filmpje






Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wist je dat...
  • Ieder jaar krijgt een à twee op de tienduizend Nederlanders voor het eerst een psychose.

  • De eerste psychose treedt meestal op tussen het 16de en 25de levensjaar.

  • Mannen krijgen vaker (en op jongere leeftijd) last van een psychose dan vrouwen.

  • Als iemand een psychose heeft doorgemaakt, is de kans om nog eens een psychose te krijgen erg groot. Zonder een goede behandeling is die 85 procent



Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Geen besef van de psychose
Een lastig aspect van een psychose is dat het moeilijk is om bij jezelf te merken dat er sprake is van een psychose. Zowel wanen als hallucinaties lijken heel ‘echt’. Dit kan problemen opleveren voor jezelf, maar ook voor mensen die jou dierbaar zijn.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

algemene bevolking

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt dit ''vastgesteld''?

Slide 12 - Diapositive

Zie vragenlijst als voorbeeld 
Wat is de DSM 5?
De DSM 5 staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Het is het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Het wordt door psychologen en psychiaters gebruikt als classificatiesysteem. Maar de DSM wordt ook gebruikt door zorgverzekeraars. Ze gebruiken dit om te bepalen of een behandeling wel of niet vergoed kan worden.
Classificatie
  • stemmingsstoornissen
  • persoonlijkheidsstoornissen
  • ontwikkelingsstoornis
  • psychotische stoornis
  • verslavingsproblematiek
  • somatisatiestoornis

Slide 13 - Diapositive

Stemmingsstoornissen: • Volgens DSM IV: depressieve stoornissen, bipolaire stoornissen, 
ontwikkelingsstoornis; Zwakzinnigheid, ADD, ADHD, dyslexie
persoonlijkheidsstoornis
Borderline 
psychotische stoornis• Schizofrenie
 Optreden van psychoses, ernstige verstoring van contact met realiteit. 
somatisatiestoornis; Conversiestoornis 


Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

wat valt op, welke emoties zie je

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende vormen
  • Bij schizofrenie
  • Bij bipolaire stoornis
  • Door drugsgebruik
  • Kortdurende, reactieve psychotische stoornissen (bijv. na een bevalling)
  • Door somatische aandoening (bijv. MS of hersentumor)
  • Folie à Deux (gedeelde psychotische stoornis)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschijnselen
  • Hallucinaties


  • Zintuigelijke prikkels waarnemen die er niet zijn


  • Wanen


  • Ideeën en overtuigingen die niet in overeenstemming zijn met die van anderen die op dat betrokken zijn


  • Verwardheid


  • Desorganisatie van het denken, denken gaat te langzaam, te snel of chaotisch. Moeite met begrijpen en concentratie


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere verschijnselen
  • Onverklaarbare verandering in sociaal functioneren met bijvoorbeeld terugtrekking uit sociale leven


Veranderingen in persoonlijkheid, die nog niet als psychotisch kunnen worden aangemerkt, zoals:
  • achterdocht
  • vreemde ideeën
  • snel geïrriteerd zijn
  • twijfels over geloof en zingeving
  • het gevoel dat er “iets” staat te gebeuren

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling psychosen
  • Antipsychotica onderdrukken wanen en hallucinaties
  • Voldoende rust nemen en stress vermijden
  • Psycho-educatie
  • Cognitieve gedragstherapie (coping aanleren)
  • Systeem betrekken bij behandeling
  • (Kortdurende)opname in psychiatrisch ziekenhuis
  • Praktische ondersteuning in dagelijks leven

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan psychosen
  • Vaak in de adolescentie of vroeg volwassenheid
In samenhang met psychiatrisch ziektebeeld
  • Langdurige/ernstige stress
  • Traumatische gebeurtenissen
  • Infecties in de baarmoeder, trauma’s rond geboorte
  • Psychose = erfelijke genetische factoren én persoonlijke omstandigheden



Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wanen
hallucinaties

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwerkingen antipsychotica

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

begeleiden en verzorgen van een cliënt in een psychose

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

5.1.1 Kenmerken, symptomen en verschijnselen
Bij een psychotische stoornis heeft de patiënt altijd 1 of meer psychotische symptomen (symptoomgroep 1) en daarnaast kan sprake zijn van symptomen uit 3 andere symptoomclusters:
psychotische symptomen - wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, gedesorganiseerd gedrag of catatonie;
negatieve symptomen - spraakarmoede, motivatieproblemen, initiatiefverlies, vervlakking van het gevoelsleven;
cognitieve symptomen - onder andere stoornissen in informatieverwerking, concentratie, (werk)geheugen, planning en probleemoplossend vermogen;
affectieve symptomen - angst, somberheid, manie.
Niet iedereen met een psychotische stoornis heeft al deze symptomen, ze komen in elke combinatie voor. Psychotische en affectieve symptomen reageren meestal goed op behandeling en wijken relatief snel, negatieve en cognitieve symptomen zijn moeilijker te beïnvloeden. Daarnaast verschillen herstel van symptomen en de gevoeligheid voor het opnieuw krijgen van een psychose per persoon. Dit is afhankelijk van genetische aanleg, sociale omstandigheden, levensgebeurtenissen, hoe iemand omgaat met stress en draagkracht en draaglast in balans weet te brengen.
Niet altijd vinden patiënten met een psychose dat zij behandeling nodig hebben, soms zelfs niet als zij ernstig lijden onder hun klachten, gevaar lopen en sociaal-maatschappelijk ten onder dreigen te gaan. Dit kan leiden tot langdurig mijden van behandeling, waardoor soms (ambulante) bemoeizorg nodig is of er verplichte zorg moet worden ingezet. Gebruik van tabak, alcohol en cannabis en in mindere mate van andere psychoactieve middelen, komt veel voor bij patiënten met een psychotische stoornis, o.a. als ‘zelfmedicatie’ om rustig te worden of juist energieker.