Straffen gw

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
PsychologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is een juiste straf?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een juiste straf?
Een actie met het gewenste effect die de band tussen opvoeder en kind niet beschadigd.

Slide 3 - Diapositive

Wat is het doel van een straf?

Slide 4 - Question ouverte

Antwoord
Het doel van een straf is niet tonen dat je boos bent, maar ongewenst gedrag afleren.

Slide 5 - Diapositive

Straffen en belonen zijn beiden elementen van de operante conditionering. Bij welke stroming uit de psychologie past dit?
A
Humanisme
B
Psychoanalyse
C
Behaviorisme
D
Cognitieve psychologie

Slide 6 - Quiz

Rewind naar trimester 1 en de operante conditionering!
-> Skinner
-> Leren via belonen en straffen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Welke soorten straffen
bestaan er volgens jullie?

Slide 9 - Carte mentale

Er zijn 3 soorten straffen
-> Fysieke straffen: Vervelende lichamelijke prikkels toedienen
-> Activiteitsstraffen: Onaangename activiteiten opleggen of aangename activiteiten verbieden
-> Sociale straffen: Via negatieve emoties tonen dat je ontevreden bent of de relatie met het kind even onderbreken. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Welke straffen zie je hier?
We voelen rollenspellen aankomen!

Slide 12 - Diapositive

Welke straf zie je hier? (Je zet je kind in de hoek omdat ze iets stouts heeft gedaan)
Positieve fysieke straf
Positieve activiteitsstraf
Positieve sociale straf
Negatieve fysieke straf
Negatieve activiteitsstraf
Negatieve sociale straf

Slide 13 - Sondage

Antwoord
Positieve activiteitsstraf: Je  legt een onaangename activiteit op, namelijk in de hoek staan.

Slide 14 - Diapositive

Welke straf zie je hier? (Je papa geeft je een preek omdat je te laat thuis was)
Positieve fysieke straf
Positieve activiteitsstraf
Positieve sociale straf
Negatieve fysieke straf
Negatieve activiteitsstraf
Negatieve sociale straf

Slide 15 - Sondage

Antwoord
Positieve sociale straf: Je papa laat je merken dat hij ontevreden is via het tonen van negatieve emoties. Een preek geven is daarnaast ook het toedienen van iets onaangenaams, waardoor de straf positief word.

Slide 16 - Diapositive

Welke straf zie je hier? (Je moet afwassen omdat je hebt gespijbeld op school)
Positieve fysieke straf
Positieve activiteitsstraf
Positieve sociale straf
Negatieve fysieke straf
Negatieve activiteitsstraf
Negatieve sociale straf

Slide 17 - Sondage

Antwoord
Positieve activiteitsstraf: Er word een onaangename activiteit opgelegd, namelijk afwassen. 
<- Jij als je spijbelt

Slide 18 - Diapositive

Welke straf zie je hier? (Je ouder slaat je omdat je iets deed wat je niet mocht doen)
Positieve fysieke straf
Positieve activiteitsstraf
Positieve sociale straf
Negatieve fysieke straf
Negatieve activiteitsstraf
Negatieve sociale straf

Slide 19 - Sondage

Antwoord
Positieve fysieke straf: Je wordt geslagen. Dit is een negatieve fysieke prikkel. Het toedienen ervan is een positieve straf.

Slide 20 - Diapositive

Straffen werkt niet goed
-> Een straf werkt pas als het kind ze als straf ervaart (Daarom moeten ze aangepast worden per persoon)
-> Straffen werken enkel als ze heel consequent worden toegepast. (Als je soms wel en soms niet gestraft wordt, zal het gedrag minder goed afgeleerd worden.)

Slide 21 - Diapositive

Straffen werkt niet goed
-> Ze werken het beste als ze meteen na het ongewenste gedrag worden gegeven, maar in de praktijk lukt dat niet altijd.
-> Soms is de bekrachtiging die het kind ervaart na een bepaald gedrag sterker dan de straf. (Een preek kan niet op tegen de bewondering van vrienden.)

Slide 22 - Diapositive

Effect is van korte duur
Als opvoeders straf geven, zijn ze vaak kwaad. Hierbij kunnen ze wel eens roepen of geweld gebruiken
Straf krijgen beschadigd de eigenwaarde van het kind
Het kind wordt vaak gestraft
Steeds zwaardere straffen nodig om nog effect te hebben
De kinderen krijgen een slecht voorbeeld
Aangeleerde hulpeloosheid
Ontsnappingsgedrag: Het kind zoekt naar manieren om het gedrag toch nog te kunnen stellen, zonder betrapt te worden

Slide 23 - Question de remorquage

Betere oplossing:
Het gedrag laten uitdoven: Je zoekt de bekrachting die het gedrag voor het kind heeft en neemt deze weg.

Slide 24 - Diapositive

Waar hou je het beste rekening mee als je toch wilt straffen?

Slide 25 - Question ouverte

Antwoord
Niet dreigen met straffen die je niet uit kan voeren, negatieve straffen verkiezen voor positieve straffen, uitleggen waarom je straft, bestraf het gedrag (niet het kind('Je mag niet slaan' is beter dan 'je bent een stout kind')), straffen moeten voorspelbaar zijn, leg uit hoe het beter kan,... 

Slide 26 - Diapositive