Lezen 4.2 - 2 kgt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Lezen 4.2 - 2 kgt

Lesdoel

- Je weet welke vier tekstsoorten er bestaan.

- Je weet wat de begrippen beeld en opmaak betekenen.

- Je kunt het leespubliek van een tekst vaststellen.

Je kunt de kernzin van een alinea vaststellen.

Welke vier tekstdoelen bestaan er?

Je krijgt nu een aantal vragen over tekst 1 in je boek (blz. 142).

Bekijk tekst 1.

Wat voor tekst is dit?

1. informatiefolder
2. krantenbericht
3. reclameposter

Wat is het belangrijkste tekstdoel van tekst 1?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Tot welke tekstsoort behoort tekst 1?

1. informatieve tekst
2. tekst met een mening
3. activerende tekst
4. amuserende tekst

Wat wil de maker van deze tekst bereiken?

Je krijgt nu een aantal vragen over tekst 2 in je boek (blz. 143).

Wat is het belangrijkste tekstdoel van tekst 2?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

Tot welke tekstsoort behoort tekst 2?

1. informatieve tekst
2. tekst met een mening
3. activerende tekst
4. amuserende tekst

Beeld en opmaak

Een schrijver houdt rekening met beeld en opmaak: de manier waarop de tekst is vormgegeven. Bijvoorbeeld:

- de verdeling van de tekst over de bladzijde

- de keuze van de soort letters

- de keuze van de kleuren

- de keuze van de plaatjes bij de tekst 

Welke van de vier is geen voorbeeld van beeld en opmaak?

1. de keuze van de soort letters
2. de keuze van de kleuren
3. de verdeling van de tekst in alinea's
4. de verdeling van de tekst over de bladzijde

Op welke manier is in tekst 2 (blz. 143) gebruik gemaakt van beeld en opmaak? 

- de verdeling van de tekst over de bladzijde

- de keuze van de soort letters

- de keuze van de kleuren

- de keuze van de plaatjes bij de tekst 

Beeld en opmaak

Veel bedrijven hebben een eigen manier van vormgeven. Ze hebben een eigen huisstijl.

Ze hebben bijvoorbeeld een logo en gebruiken 

altijd dezelfde kleuren en plaatjes.

Doel: lezers herkennen direct van welk bedrijf de informatie is.

Van welk bedrijf is dit het logo?

1. Burger King
2. KFC
3. MacDonalds

Leespubliek

Een schrijver schrijft zijn tekst voor lezers. Die noem je het leespubliek.

Aan het onderwerp, de plaatjes en de bron kun je vaak zien voor welk leespubliek de tekst is geschreven.

Voor welk leespubliek is het tijdschrift
National Greographic Junior
geschreven?

1. kinderen en jongeren
2. vrouwen
3. pubermeiden

Voor welk leespubliek is het tijdschrift
Girlz!
geschreven?

1. kinderen en jongeren
2. vrouwen
3. pubermeiden

Voor welk leespubliek is het tijdschrift
Libelle
geschreven?

1. kinderen en jongeren
2. vrouwen
3. pubermeiden

Kernzin en toelichting

- In een alinea staat bijna altijd een kernzin: de zin met de belangrijkste informatie van de alinea. De kernzin is vaak de eerste zin van een alinea.

- De andere zinnen van de alinea zijn een toelichting bij de kernzin. De toelichting is meestal een uitleg of een voorbeeld.

Emoticons zijn symbolen die emoties weergeven. Bij emoticons gebruikt men vaak een combinatie van leestekens en lettertekens. Een bekende emoticon is :-)

Vul het juiste woord in op de puntjes:

In een kernzin staat de ... informatie uit een alinea.

Vul het juiste woord in op de puntjes:

Een kernzin is meestal de ... zin van een alinea.

Vul het juiste woord in op de puntjes:

De andere zinnen in een alinea zijn een ... op de kernzin. Dat is meestal een uitleg of een voorbeeld.

Wat is de kernzin van alinea 1 van tekst 4 (blz. 144)?

1. De lokale ... te gaan.
2. De winkel ... en kliekjestips.
3. Daarnaast kunnen ... Lock & Lock.