Hfdst 2 - Bewegen Herhaling!

Hfdst 2
Bewegen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hfdst 2
Bewegen

Slide 1 - Diapositive

Leerstof 1
- Je kent de delen van het lichaam
- Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen
- Je kunt de functies van het skelet noemen

Slide 2 - Diapositive

Skelet
  • Schedel, wervelkolom, borstkas schoudergordel, bekken
  • Stevigheid, beweging, bescherming, vorm 

Slide 3 - Diapositive

Leerstof 2
- Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven
- Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven

Slide 4 - Diapositive

Bouw botten (VG)
  • Mergholte in pijpbeenderen
  • Geel beenmerg in mergholte slaat vet op
  • Rood beenmerg vormt bloedcellen, in koppen pijpbeenderen en platte beenderen

Slide 5 - Diapositive

Botweefsel
  • Cellen in kringen rondom dunne kanaaltjes
  • Uitlopers waarmee ze met elkaar in contact staan
  • Kanaaltjes bevatten bloedvaten en vocht
  • Tussencelstof van kalkzouten (stevigheid) en lijmstof/collageen (buigzaamheid)

Slide 6 - Diapositive

Kraakbeen
  • Buigzaam en zachter dan bot
  • Botten baby bestaan uit kraakbeen, verandert in bot
  • Fontanellen: ruimte tussen botten schedel baby, ook kraakbeen
  • Cellen in groepjes bij elkaar
  • Tussencelstof elastisch en stevig

Slide 7 - Diapositive

Wie heeft het meeste botweefsel?
A
Baby
B
Tiener

Slide 8 - Quiz

Welke stof zal meer in kraakbeen aanwezig zijn?
A
Kalkzouten
B
Lijmstof (collageen)

Slide 9 - Quiz

Leerstof 3
- Je kunt de beenverbindingen beschrijven
- Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
- Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven

Slide 10 - Diapositive

Botverbindingen
  • Vergroeid
  • Naden
  • Kraakbeen
  • Gewricht

Slide 11 - Diapositive

Bouw gewricht

Slide 12 - Diapositive

Typen gewrichten
  • Kogelgewricht: gewrichtskogel draait in gewrichtskom, beweging in verschillende richtingen
  • Scharniergewricht: botten bewegen als scharnier ten opzichte van elkaar, alleen beweging heen en terug
  • Rolgewricht: botten draaien in lengteas om elkaar

Slide 13 - Diapositive

Hoe zijn de botten van je schedel met elkaar verbonden?
A
Naden
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 14 - Quiz

Waar in je lichaam vind je een kogelgewricht?
A
Enkel
B
Knie
C
Heup

Slide 15 - Quiz

Leerstof 4
- Je kunt de werking van spieren beschrijven
- Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen



Slide 16 - Diapositive

Bouw spier (VG)
  • Spierschede: bindweefsel om spier heen
  • Pees: verbindt spier met bot bij aanhechtingsplaats
  • Spier bestaat uit spierbundels, die uit spiervezels bestaan

Slide 17 - Diapositive

Spierstelsel
  • Skeletspieren en diepe spieren werken samen om botten te bewegen
  • Onbewuste spieren in darmen
  • Hartspier
  • Spieren in huid

Slide 18 - Diapositive

Antagonisten
  • Als spiervezels samentrekken wordt spier korter en dikker
  • Biceps en triceps bewegen onderarm. Biceps buigt de arm, triceps strekt de arm
  • Antagonist: twee spieren werken samen om een bot te bewegen, maar hebben een tegengesteld effect

Slide 19 - Diapositive

Spiervezels 
  • Langzaam: doen er lang over om samen te trekken, kunnen minder kracht zetten, hebben weinig energie nodig
  • Snel: snel en krachtig samentrekken, veel energie nodig

Slide 20 - Diapositive

Spierfibril (VG)
  • Spiervezel bestaat uit fibrillen
  • Actine- en myosinemoleculen schuiven in elkaar als spier aanspant
  • Moleculen liggen gerangschikt in fibrillen, overlappen elkaar
  • Dwarsgestreept spierweefsel

Slide 21 - Diapositive

Spierweefsel (VG)
  • Dwarsgestreept: skeletspieren
  • Glad: langwerpige cellen, actine en myosine niet gerangschikt
  • Hart: fibrillen liggen niet naast elkaar in vezel

Slide 22 - Diapositive

Als een spier wordt aangespannen wordt deze
A
Dunner en langer
B
Dunner en korter
C
Dikker en langer
D
Dikker en korter

Slide 23 - Quiz

Leerstof 5
- Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en waarom deze belangrijk is

Slide 24 - Diapositive

Wervelkolom
  • Dubbele S-vorm
  • Tussenwervelschijven: kraakbeen met geleiachtige kern tussen wervels, schokbrekers
  • Goede houding: beter bewegen, geen rugklachten, zelfvertrouwen

Slide 25 - Diapositive

Leerstof 6
- Je weet dat spieren sterker worden door training
- Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid

Slide 26 - Diapositive

Lichaamsbeweging
  • Spieren trainen
  • Ontspanning
  • Conditie
  • Coördinatie
  • Motorisch geheugen, geautomatiseerde beweging

Slide 27 - Diapositive

Blessure
RSI

Slide 28 - Diapositive

  • Skelet (namen van botten), borstkas, schoudergordel, bekken, ledematen, functies
  • VG: Pijpbeenderen en platte beenderen, rood en geel beenmerg 
  • Kraakbeen, botweefsel (lijmstof en kalkzouten)
  • Vergroeid, naden, kraakbeen, gewricht (onderdelen, soorten gewrichten)
  • Spieren, pezen, aanhechtingsplaats, antagonisten
  •  Spierschede, spierbundels en spiervezels (langzaam en snel) 
  •  Actine en myosine, spierweefsels (dwarsgestreept, glad, hart)
  • Wervelkolom en goede houding
  • Lichaamsbeweging, blessures, RSI

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Slide 31 - Lien