B2 H.2.4 interviewverslag

WELKOM
3 Kader
Welkom
B2D
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

WELKOM
3 Kader
Welkom
B2D

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
* Lezen in je leesboek

* Herhalen begrippen: interviewverslag, citeren, zinsbouw (inversie), woordkeuze

Zelfstandig werken

Huiswerk woensdag:
Talent boek A + leesboek mee
H.2.4 opdr. 7 t/m 9




Slide 2 - Diapositive

Stillezen 
Je pakt je leesboek en gaat stillezen.




timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op.
A
samenvattend interviewverslag
B
letterlijk interviewverslag

Slide 4 - Quiz

Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij.
A
letterlijk interviewverslag
B
samenvattend interviewverslag

Slide 5 - Quiz

In een samenvattend interviewverslag vat je antwoorden samen en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Letterlijk interviewverslag
Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op. De vragen maak je vet en in de antwoorden laat je onbelangrijke dingen weg.
voorbeeld: 
Opa, hoe ging u vroeger naar school? 
'We moesten gewoon lopend naar school natuurlijk, of het nu stormde, regende of sneeuwde. Er was een pad dwars door de weilanden heen. We liepen gewoon tussen de koeien. Onze schoenen zaten dus vaak onder de  stront en daarom moest ik ze dan op de gang laten staan.'

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Citeren
Een citaat is een stukje tekst waarin je letterlijk opschrijft wat iemand heeft gezegd. Interpunctie (het gebruiken van leestekens) is hier heel belangrijk. Daarmee maak je duidelijk dat het niet jouw woorden zijn, maar die van een ander. 

Slide 9 - Diapositive

4 manieren van citeren:

  1. Frank zegt: 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'
  2. 'Bij mij,' zegt Frank, 'zouden de lessen later beginnen.'
  3. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen,' zegt Frank. 
  4. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'

Slide 10 - Diapositive

Welke zin is correct?
A
Koen zei: ''Citeren is leuk.''
B
Koen zei: ''citeren is leuk.''
C
koen zei: ''citeren is leuk.''
D
Koen zei ''Citeren is leuk.''

Slide 11 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Meneer Metselaar riep om ''stilte.''
B
"Stilte!" riep Meneer Metselaar.
C
"Stilte!", riep Meneer Metselaar.
D
Meneer Metselaar riep om: ''Stilte.''

Slide 12 - Quiz

Afwisselen woordkeus
Als je een tekst schrijft, herhaal je niet te veel dezelfde woorden.

Je kunt herhaling vermijden door: 
- een synoniem: opa - grootvader; 
- een omschrijving: opa - de oude baas; 
- een verwijswoord: opa - hij 

Slide 13 - Diapositive

Afwisselen van woordkeus
In plaats van zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* vervolgen, aanduiden, toelichten, vinden, antwoorden 
"Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben," vervolgt / vindt / zegt / antwoordt Anita. 

Slide 14 - Diapositive

Afwisselen van woordkeus
In plaats van zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* mompelen, schreeuwen, fluisteren 
Hierdoor maak je duidelijk wat het gevoel is van de geïnterviewde.
"Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben," mompelt / fluistert / schreeuwt Anita.'

Slide 15 - Diapositive

Afwisselen van woordkeus
In plaats van zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* knikken, schateren, knipogen 
Hiermee maak je de tekst beeldend en persoonlijk. 
'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben,' knikt / schatert / knipoogt Anita. 

Slide 16 - Diapositive

Inversie
Varieer in de zinsvolgorde door inversie toe te passen.

Normale zin =  o + pv 
Ik slaap zaterdag uit.

Zin met inversie = pv + o
Zaterdag slaap ik uit.
(blz. 113)
Veel zinnen beginnen met het onderwerp en persoonsvorm maar je kan ook met een ander zinsdeel beginnen.

Slide 17 - Diapositive

H 2.4 Opdracht: 7 t/m 9 maken
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Einde les

Slide 19 - Diapositive