Interview verslag schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Interviewverslag schrijven

Praktische opdracht.

Lees goed de opdracht door! 

Leerdoelen

H45 Je weet wat een goed interview is en je kan een goed interview houden

H25 Je kan de tekst indelen in alinea’s, waarin zinnen elkaar logisch opvolgen

H26 Je kan verbanden tussen alinea’s aangeven

H40/41 Je kan een tekst schrijven met een inleiding, een kern en een slot

• I

Een interviewverslag schrijven

Je kunt op twee verschillende manieren een interviewverslag schrijven: 

* letterlijk interviewverslag 

* samenvattend interviewverslag

Letterlijk interviewverslag

Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op. De vragen maak je vet en in de antwoorden laat je onbelangrijke dingen weg. 

voorbeeld: 

Opa, hoe ging u vroeger naar school? 

'We moesten gewoon lopend naar school natuurlijk, of het nu stormde, regende of sneeuwde. Er was een pad dwars door de weilanden heen. We liepen gewoon tussen de koeien. Onze schoenen zaten dus vaak onder de  stront en daarom moest ik ze dan op de gang laten staan.'

Samenvattend interviewverslag

Je laat de vragen weg. Antwoorden vat je samen in eigen woorden en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon. 

Voorbeeld: 

Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij. 

Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op.

1. samenvattend interviewverslag
2. letterlijk interviewverslag

Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij.

1. letterlijk interviewverslag
2. samenvattend interviewverslag

In een samenvattend interviewverslag vat je antwoorden samen en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon.

1. waar
2. niet waar

Opdracht: interview filmen

1. Bedenk wie je wilt interviewen; ga hier op school op zoek naar een voor jou inspirerend persoon, waar je heel graag wat meer van wilt weten (geen  klasgenoten)
   
2. Stel voor het interview 8  open vragen op. 
3. Neem het interview af.
4. Probeer tijdens het interview goed door te vragen. 
   
5. Film het interview of neem het geluid op. 

Bekijk het volgende filmpje 

Zo moet het dus niet..... ;-)

En hoe kan het wel....

Eva Jinek heeft de Sonja Barend Award gewonnen vanwege het beste interview van het jaar..

Bekijk het volgende filmpje...

https:

Opdracht: interview 

stap 1:

Neem het interview af en film het (je mag ook alleen het geluid opnemen). 

Opdracht: interviewverslag schrijven

stap 2:

• Je gaat een samenvattend interviewverslag schrijven. 
• Lees of luister het interview dat je hebt opgenomen en uitgeschreven nog een keer. 
• Typ het samenvattend interviewverslag in Word.
• Let daarbij goed op het volgende:

1: Citeren

Een citaat is een stukje tekst waarin je letterlijk opschrijft wat iemand heeft gezegd. Interpunctie (het gebruiken van leestekens) is hier heel belangrijk. Daarmee maak je duidelijk dat het niet jouw woorden zijn, maar die van een ander. 

4 manieren van citeren:

1. Frank zegt: 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'
   
2. 'Bij mij,' zegt Frank, 'zouden de lessen later beginnen.'
   
3. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen,' zegt Frank. 
   
4. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'
   

2: Afwisselen woordkeus

Als je een tekst schrijft, herhaal je niet te veel dezelfde woorden.

Je kunt herhaling vermijden door: 

- een synoniem: opa - grootvader; 

- een omschrijving: opa - de oude baas; 

- een verwijswoord: opa - hij 

Afwisselen van woordkeus

In plaats van het werkwoord zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* vervolgens, aanduiden, toelichten, vinden, antwoorden 

'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', vervolgt / vindt / zegt / antwoordt Anita. 

Afwisselen van woordkeus

In plaats van het werkwoord zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* mompelen, schreeuwen, fluisteren 

Hierdoor maak je duidelijk wat het gevoel is van de geïnterviewde.

'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', mompelt / fluistert / schreeuwt Anita.'

na het schrijven

controleer je interpunctie ( zie volgende dia )

controleer je woordkeus ( zie volgende dia)

controleer je spelling en grammatica

Indeling

In de inleiding vertel je wie je hebt geïnterviewd en waarom. 

In de kern noteer je in een verslag, dus zonder de vragen, de antwoorden in een mooi samenhangend verslag.

In het slot vat je het belangrijkste samen en vertel je hoe het allemaal is gegaan.

Opdracht: interpunctie 

Pak je interviewverslag erbij. 

Controleer de interpunctie (het gebruiken van leestekens) van je interviewverslag. 

Als het nodig is, verbeter je de interpunctie. 

Opdracht: woordkeus 

Controleer de afwisseling in woordkeus.

Als het nodig is, breng afwisseling in woordkeus aan. 

Verbeter je interviewverslag.

Opdracht: spelling, grammatica 

Controleer de spelling en grammatica.

Als het nodig is verbeter je interviewverslag.

Opdracht: inleveren

Wat lever je in:

• samenvattend interviewverslag
• kijk goed naar het beoordelingsformulier, zo vergeet je niets

pitch: 

• in de klas hou je een pitch over het interview

Beoordeling: 

Op tijd inleveren: 10

Pitch: 10

• Houding

• Duidelijk verstaanbaar

• Taalgebruik

• Goede zinnen

• Tijd

Interviewverslag: 80

opbouw: 20

• inleiding

• kern

• slot

• gebruik van signaalwoorden

inhoud: 30

• antwoorden verwerkt in een verslag

spelling/zinsbouw: 20

creativiteit: 10

• goed uitgewerkt en pakkend geschreven