Hoofdstuk 2 onderdeel B

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Week 7 les 1

Lesdoelen

• Het oefenen met luisteren alvast voor de luisteroefentoets van de volgende les!
• Uitleg adjectives
• Herhalen lidwoorden in het Engels

LET OP: ALLE OPDRACHTEN WORDEN DIGITAAL GEMAAKT TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN

PLENDA

Maak opdracht 20 t/m 24 en tijdens het zelfstandig werken op het leerplein. Dit is meteen huiswerk!

Leer de woorden van part A A family get-together / part B Hanging out with friends - Adjectives - colours op blz. 80/81

Homework

Maak opdracht 13 t/m 16 + 18/19 tijdens het zelfstandig werken op het leerplein. Dit is meteen huiswerk!

Leer de woorden van part A A family get-together en part B Hanging out with friends op blz. 80

Quiz

Lidwoorden + werkwoord "to be" + werkwoord "to have"

a of an?
.... ear

1. a
2. an

a of an?
.... uniform

1. a
2. an

a of an?
.... commercial

1. a
2. an

a of an?
.... university

1. a
2. an

a of an?
.... avatar

1. a
2. an

Dus...

A

AN

Klinker klank

Medeklinker klank

Fill in the verb to be:

They .... good in English.

1. am
2. are
3. is

Fill in the verb to have:

My mum ..... a new car.

1. have
2. is
3. has
4. 's

Fill in the verb to have:

We ..... two hours of English.

1. have
2. are
3. has
4. 're

Fill in the verb "to be":

Tim ........ from Colombia

1. am
2. is
3. are

He, she, it

I, you, we, they

have 

has 

doesn't have

don't have

Does ... have?

Do ..... have?

Adjectives: gebruik

She is happy. 

That dog is cute. 

He is wearing a nice outfit. 

When do you use an adjective?

Adjectives: gebruik

She is happy. 

That dog is cute. 

He is wearing a nice outfit. 

When do you use an adjective?

-> Je gebruikt een 'adjective' om meer 

informatie te geven over een zst. naamwoord. 

NL = bijvoeglijk naamwoord

Adjectives (bijvoeglijk naamwoord)

Adjective: je praat over wat iets of iemand is

 

He is a slow runner -> wat voor soort renner is hij?: langzame

 She is beautiful -> wat is zij?: mooi

Is this an adjective?
She is a NICE person.

1. yes
2. no

Is this an adjective?
That is a blue HOUSE

1. yes
2. no

Work alone

Maak opdracht 20 t/m 24 en tijdens het zelfstandig werken op het leerplein. Dit is meteen huiswerk!

Leer de woorden van part A A family get-together / part B Hanging out with friends - Adjectives - colours op blz. 80/81

Blooket staat klaar bij de jaarbijlagen -> vakken -> Engelse taal 

-> bovenin bij bijlagen -> file 2 -> Blooket