Grammatica hoofdstuk 1 (les 4)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je iPad (dicht)
• je leerwerkboek
• je schrift
• klascode: RRXIL

Planning

• Uitleg kww, hww, zww.
• Werkmoment (zelf door de LessonUp heen)
  
• Quiz om 10.30 uur
• Afsluiting

kunnen, mogen, willen, etc.

zijn, worden, blijven, etc.

werken, kopen, spelen, etc.

heb gekocht

ben lang

Werkmoment

• Kijk welke versterk jezelf oefeningen de digitale methode aangeeft bij 1.7 en 1.8. Maak deze!
• In de volgende slides vind je extra uitleg bij verschillende onderwerpen: vaste volgorde ontleden in zinsdelen (1.7), verschillende woordsoorten benoemen (1.8), correct spellen van werkwoorden (1.8/1.9). 
• Bekijk de uitleg die jij nodig hebt.
• Alle versterk jezelf oefeningen gedaan en extra informatie bekeken?
• Maak de opdrachten 5 tot en met 9 af van 1.8 Woordsoorten.

Zinsontleding (1.7)

Ben je nog zoekend hoe je ook alweer de persoonsvorm vindt, zinsdeelstrepen zet, het onderwerp vindt en hoe je al die andere te benoemen delen vindt?

• Kijk het filmpje 'vaste volgorde'  in de methode bij 1.7.
• Lees het schema op pagina 241 in je leerwerkboek.
• Andere uitlegfilm bekijken? Zie de slide hierna.

Woordsoorten herhaling (1.8)

Op de volgende slide vind je een filmpje met uitleg over de woordsoorten. 

Pak je boek op pagina 59 erbij waar de woordsoorten staan die je moet kennen. 

Let op! Het filmpje noemt iets meer woordsoorten dan je nu hoeft te kennen.

Mocht je de woordsoorten goed kennen, dan kun je het filmpje overslaan.

Werkwoordspelling (1.8/1.9)

• De verschillende tijden van het werkwoord staan op pagina 62 in je boek. Lees deze theorie goed door. Ken je ze nog allemaal?
• In de digitale methode in paragraaf 1.9 staat een uitlegfilmpje over de tegenwoordige tijd en verleden tijd. Het schema dat hierbij wordt gebruikt (van leerjaar 1) staat in je boek op pagina 68.
• Wil je de ultieme uitleg in een filmpje bekijken? Start dan het filmpje op de volgende slide. 

En? Hoe ging het?

• Alle versterk jezelf oefeningen gedaan en extra informatie bekeken?
  
• Maak de opdrachten 5 tot en met 9 af van 1.8 Woordsoorten.

Om 10.30 uur doen we de quiz via LessonUp.

Staan de strepen op de goede plek?
Mijn moeder | stuurt | mij de hele tijd | selfies.

1. JA
2. NEE

Wat voor soort zin is dit?
Ze hoopte dat de docent haar goed kon helpen.

1. Enkelvoudig
2. Samengesteld

Welk woord hoort er niet bij?
Denk aan woordsoorten.

1. vak
2. gesteldheid
3. psychische
4. psychiater

Welk woord hoort er niet bij?
Denk aan woordsoorten.

1. wie
2. wat voor
3. welke
4. waarom

Welk woord hoort er niet bij?
Denk aan woordsoorten.

1. jouw
2. hij
3. ik
4. hen

Welk woord hoort er niet bij?
Denk aan woordsoorten.

1. kunnen
2. werken
3. fietsen
4. leren

Welk werkwoord staat in de o.t.t.?

1. fietste
2. liep
3. gaat
4. ging

Welk werkwoord staat in de o.v.t.?

1. werkt
2. fietsen
3. liep
4. gaat

De trein zou rond drie uur vertrekken!
Heb je nu de trein gemist?

1. JA
2. NEE

Afsluiting

• Huiswerk volgende les staat in Magister.
• We gaan verder met 1.8 grammatica woordsoorten.