Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Met de 1e naamval
De voorgaande persoonlijke voornaamwoorden ken je van het vervoegen van werkwoorden. Dit zijn de persoonlijke voornaamwoorden met de 1e naamval.
We kennen ze ook met de 4e naamval.
enkelvoud:
ik = ich
jij = du
hij = er
zij = sie
het = es