Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Lezen of Pecha Kucha
timer
10:00
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Hoe zat het ook alweer?
Oefenen!
Slide 2 - Diapositive
Weektaak
Grammatica H3
vanaf blz. 92 - Opdracht 1 + 4 (wg of ng)
vanaf blz. 94 - Opdracht 1 t/m 3 (zww, hww of kww)
Slide 3 - Diapositive
Doel van deze les:
Ik kan een onderscheid maken tussen een werkwoordelijk en een naamwoordelijk gezegde.
Slide 4 - Diapositive
werkwoordelijk gezegde (wg) vs. naamwoordelijk gezegde (ng)
Slide 5 - Carte mentale
Zinsdelen
persoonsvorm (pv)
tijdproef, getalproef, vraagproef
onderwerp (ow)
Wie/(wat) + pv?
werkwoordelijk gezegde (wg)
zegt wat het onderwerp (iets of iemand) doet
naamwoordelijk gezegde (ng) zegt wat het onderwerp (iets of iemand) is werkwoordelijk deel: 9 koppelwerkwoorden naamwoordelijk deel: zet je tussen haken
lijdend voorwerp (lv) Wat/Wie + wg + ow (komt alleen voor in zinnen met een wg)
meewerkend voorwerp (mv)
Aan/Voor wie + wg + ow + lv?
voorzetselvoorwerp komt voor in zinnen waarbij het werkwoord een vast voorzetsel heeft. Het zinsdeel dat begint met het voorzetsel is het voorzetselvoorwerp
bijwoordelijke bepaling (bwb)
Overige ww in de zin. Geeft antwoord op
vragen als: Waar?, Wanneer?, Hoe?. enz.
Slide 6 - Diapositive
LET OP
Een zin met een naamwoordelijk gezegde bevat geen lijdend voorwerp.
Een werkwoordelijk gezegde bevat alleen werkwoorden.
Slide 7 - Diapositive
Noteer: pv, ow, wg/ng Zal zij ooit verstandig worden?
Slide 8 - Question ouverte
Noteer: pv, ow, wg/ng Zij wordt hoofd van de kraamafdeling.
Slide 9 - Question ouverte
WG of NG? Door de wegblokkades werden de overvallers snel opgepakt.
A
WG
B
NG
Slide 10 - Quiz
Noteer het WG: Door de wegblokkades werden de overvallers snel opgepakt.
Slide 11 - Question ouverte
WG of NG? De Soemerische beschaving schijnt een van de oudste ter wereld te zijn.
A
WG
B
NG
Slide 12 - Quiz
Noteer het NG: De Soemerische beschaving schijnt een van de oudste ter wereld te zijn.
Slide 13 - Question ouverte
KORTOM:
In een zin zit dus:
een werkwoordelijk gezegde (alle ww in de zin), waarbij het onderwerp iets doet.
óf
een naamwoordelijk gezegde, waarbij het onderwerp iets is (of wordt, blijft, etc.)
kww + antwoord op de vraag: Wat+PV+OW+overige ww
Het naamwoordelijk deel noteer je [tussen vierkante haken]
Slide 14 - Diapositive
Al in 1960 bleek de jonge Muhammad Ali een onoverwinnelijke bokskampioen.
pv:
ow:
wg/ng:
lv:
mv:
vzv:
bwb:
Slide 15 - Diapositive
Al in 1960 bleek de jonge Muhammad Ali een onoverwinnelijke bokskampioen.
pv: bleek
ow: de jonge Muhammed Ali
wg/ng: bleek [een onoverwinnelijke bokskampioen]
lv: x (ng heeft nooit lv)
mv: x
vzv: x
bwb: Al in 1960 (geeft antwoord op de vraag 'wanneer?'
Slide 16 - Diapositive
Het vervelende meisje begeeft zich soms in een lastige situatie.
pv:
ow:
wg/ng:
lv:
mv:
vzv:
bwb:
Slide 17 - Diapositive
Het vervelende meisje begeeft zich soms in een lastige situatie.
pv: begeeft
ow: het vervelende meisje
wg: begeeft zich
lv: x
mv: x
vzv: in een lastige situatie
bwb: soms
Slide 18 - Diapositive
Weektaak
Grammatica H3
vanaf blz. 92 - Opdracht 1 + 4 (wg of ng)
Klaar?
vanaf blz. 94 - Opdracht 1 t/m 3 (zww, hww of kww)
Vind je het lastig? Kom dan bij mevrouw Lanenga zitten.