Klas 2 - grammatica - ng/wg

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag

  • Huiswerkcheck
  • Herhaling
  • WG en NG: wat weet je nog?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitdrukkingen over geld horen bij de plaatjes?

1.                                               2.                                                          3. 
timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Naamwoordelijk gezegde (blz. 92)

Het naamwoordelijk gezegde van een zin zegt wat het onderwerp 
is of wordt 

Het werkwoordelijk gezegde van een zin zegt wat het onderwerp doet



Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Naamwoordelijk gezegde 
bestaat uit:

1. Naamwoordelijk deel: bevat een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord

2. Werkwoordelijk deel: bevat een koppelwerkwoord



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de zes 
koppelwerkwoorden
 op
timer
0:30

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


zijn
worden
 blijven
blijken
lijken
schijnen 
De koppelwerkwoorden:

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NG of WG?
Stap 1: Noteer persoonsvorm en onderwerp

Stap 2: Koppelwerkwoord in de zin?
Nee --> WG
Ja --> ga verder naar stap 3

Stap 3: Zegt het koppelwerkwoord wat het onderwerp is/wordt?
Nee --> WG
Ja --> NG

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overleg in duo's: NG of WG?

1. De directeur van het dancefestival heeft de bezoekers gewaarschuwd voor drugs. 

2. Waarom zijn de verkiezingen in Amerika in 2016 zo grimmig geweest? 

3. Al in 1960 bleek de jonge Muhammad Ali een onoverwinnelijke bokskampioen. 
timer
3:00

Slide 11 - Diapositive

Let op betekenissen:
lijken: niet in lijken op
schijnen: niet als in de zon schijnt
heten: niet als in ik heet Caro, maar als het heet hier leuk te zijn (soort schijnen)
dunken en voorkomen: zie heten

NG of WG?

1. De directeur van het dancefestival heeft de bezoekers gewaarschuwd voor drugs. WG

2. Waarom zijn de verkiezingen in Amerika in 2016 zo grimmig geweest? NG

3. Al in 1960 bleek de jonge Muhammad Ali een onoverwinnelijke bokskampioen. NG

Slide 12 - Diapositive

Let op betekenissen:
lijken: niet in lijken op
schijnen: niet als in de zon schijnt
heten: niet als in ik heet Caro, maar als het heet hier leuk te zijn (soort schijnen)
dunken en voorkomen: zie heten

Maken:

Grammatica (blz. 92): opdracht 3 en 4

Slide 13 - Diapositive

Let op betekenissen:
lijken: niet in lijken op
schijnen: niet als in de zon schijnt
heten: niet als in ik heet Caro, maar als het heet hier leuk te zijn (soort schijnen)
dunken en voorkomen: zie heten

NG of WG? 
Zoë wordt over een paar jaar een succesvolle voetbalster. 

Slide 14 - Diapositive

Let op betekenissen:
lijken: niet in lijken op
schijnen: niet als in de zon schijnt
heten: niet als in ik heet Caro, maar als het heet hier leuk te zijn (soort schijnen)
dunken en voorkomen: zie heten

NG of WG? 
Zoë wordt over een paar jaar een succesvolle voetbalster. NG

wordt = kww

Slide 15 - Diapositive

Let op betekenissen:
lijken: niet in lijken op
schijnen: niet als in de zon schijnt
heten: niet als in ik heet Caro, maar als het heet hier leuk te zijn (soort schijnen)
dunken en voorkomen: zie heten