4. hersenen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom

We gaan zo beginnen

Deze les

Leer je de functie van de hersenen

Leer je een aantal verschillende gebieden kennen

Herhalen we de verschillende zenuwcellen 

(30 maart formatieve SO)

Dit doe je door zelfstandig de LessonUp door te werken.

om 14:00 zijn we terug in de vergadering.

Je laat in de inleveropdracht in teams zien wat je gedaan hebt.

Aan welke zenuwcellen geven je zintuigen hun impuls door?

1. schakelcellen in het ruggenmerg
2. gevoelszenuwcellen
3. bewegingszenuwcellen
4. schakelcellen in de hersenen

Van welke zenuwcellen krijgen je spieren hun impuls door?

1. schakelcellen in het ruggenmerg
2. gevoelszenuwcellen
3. bewegingszenuwcellen
4. schakelcellen in de hersenen

Waar bevindt zich het cellichaam van de schakelcellen?

1. in het merg van het ruggenmerg
2. in de zenuwknoop
3. in de schors van het ruggenmerg
4. in de hersenen

Waar bevindt zich de uitlopers van de schakelcellen?

1. in het merg van het ruggenmerg
2. in de zenuwknoop
3. in de schors van het ruggenmerg
4. in de hersenen

Waar bevindt zich het cellichaam van de gevoelszenuwcellen?

1. in het merg van het ruggenmerg
2. in de zenuwknoop
3. in de schors van het ruggenmerg
4. in de hersenen

Waar bevindt zich het cellichaam van de bewegingszenuwcellen?

1. in het merg van het ruggenmerg
2. in de zenuwknoop
3. in de schors van het ruggenmerg
4. in de hersenen

Aan welke kant komt de gevoelsimpuls het ruggenmerg binnen?

1. Voorkan
2. Achterkant

Waar verlaat een bewegingsimpuls het ruggenmerg?

1. voorkant
2. achterkant

Wanneer ben je je van een prikkel bewust?

1. Wanneer deze door het zintuig wordt opgevangen
2. Wanneer het impuls de gevoelszenuw passeert
3. Wanneer het impuls de hersenen heeft bereikt
4. Wanneer je hebt gereageerd op de prikkel

Onthouden!

Wit = uitlopers

Grijs = cellichamen

Welke 3 hoofdonderdelen?

aan de slag!

bestudeer t/m paragraaf 4

SO opgeven