Toets H3 - Water

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Oefentoets H3 - Water

Waar of niet waar?

20 vragen

1 punt per vraag

Bij een temperatuur van 20 graden Celsius is water een vaste stof.

1. Waar
2. Niet waar

Waterdamp en stoom zijn gassen die je kunt zien.

1. Waar
2. Niet waar

Verdampen is een ander woord voor bevriezen.

1. Waar
2. Niet waar

De fase-overgang van waterdamp naar water heet condenseren

1. Waar
2. Niet waar

In water kun je alle soorten stoffen oplossen.

1. Waar
2. Niet waar

Een oplossing is altijd helder.

1. Waar
2. Niet waar

Regenwater dat in een schoon glas is opgevangen, is veilig drinkwater.

1. Waar
2. Niet waar

Het is mogelijk om drinkwater te maken van oppervlaktewater.

1. Waar
2. Niet waar

In water waar chloor bij wordt gedaan, blijven de bacteriën leven.

1. Waar
2. Niet waar

Een mengsel bestaat uit twee of meerdere stoffen bij elkaar.

1. Waar
2. Niet waar

Keukenzout is een zuivere stof.

1. Waar
2. Niet waar

Wanneer je ijs smelt, krijg je waterdamp.

1. Waar
2. Niet waar

Bij bezinken zakken de vaste deeltjes in een vloeistof naar beneden.

1. Waar
2. Niet waar

Het stollen van water noem je ook wel 'bevriezen'.

1. Waar
2. Niet waar

Het water dat in Nederland uit de kraan komt, is veilig drinkwater

1. Waar
2. Niet waar

Stoffen lossen sneller op in koud water dan in warm water.

1. Waar
2. Niet waar

Zout in water noem je een suspensie.

1. Waar
2. Niet waar

Als je een oplossing door een filter doet, gaat alles door het filter heen.

1. Waar
2. Niet waar

Je giet een suspensie in een filter. Wat in het filter achter blijft noem je het residu.

1. Waar
2. Niet waar

Bij indampen blijft het oplosmiddel achter.

1. Waar
2. Niet waar

Meerkeuzevragen

5 vragen

2 punten per vraag

Jort vangt regenwater op in een schoon glas.
Waarom is het regenwater geen veilig drinkwater?

1. Regenwater is in de lucht bevroren geweest en is daarom niet schoon genoeg.
2. Regenwater is in de lucht door giftige stoffen verontreinigd.
3. Regenwater is verdampt zeewater en is daarom niet schoon genoeg.
4. Omdat in het glas nog bacteriën zitten die dan in het regenwater terecht komen.

Wat is verdampen?

1. De fase-overgang van vloeibaar naar vast
2. De fase-overgang van gas naar vloeibaar
3. De fase-overgang van gas naar vast
4. De fase-overgang van vloeibaar naar gas

In een fles zit een heldere donkerblauwe vloeistof.
Je kunt door de vloeistof heen kijken.

Wat kun je zeggen over deze vloeistof?

1. Deze vloeistof is een residu
2. Deze vloeistof is een oplossing
3. Deze vloeistof is een suspensie
4. Deze vloeistof is een oplosmiddel

Een waterbedrijf maakt oppervlakte-water schoon. Dit doet het bedrijf om er veilig drinkwater van te maken. Daarbij wordt ook een zeef gebruikt.

Waarvoor dient deze zeef bij het zuiveren van water?

1. Om bacteriën uit het water te halen
2. Om chloor uit het water te halen
3. Om zand uit het water te halen
4. Om stukjes vuil uit het water te halen

Wes en Darnell hebben een fles gevuld met zeewater. Dit zeewater gaan ze heel goed destilleren.

Wat voor water krijgen ze als ze het zeewater hebben gedestilleerd?

1. Schoon water dat nog gefiltreerd moet worden voordat je het mag drinken
2. Schoon zeewater met een zoute smaak
3. Zout water dat niet drinkbaar is
4. Zuiver water dat veilig is om te drinken

Open vragen

6 vragen

4 punten per vraag

Het grootste gedeelte van de aarde is bedekt met water.
Schrijf vier soorten water op die op aarde voorkomen.

Leg in eigen woorden uit wat zure regen is.

Je doet een paar lepels gemalen koffiebonen in een filter. Daarna giet je hier kokend water overheen.

Wat is:
1) Je oplosmiddel
2) Je filtraat
3) Je residu
4) de naam van deze scheidingsmethode?

Sam pakt twee glazen uit de kast en hier schenkt ze frisdrank in. In één glas voegt ze ijsklontjes toe, in het andere glas niks. Ze laat de glazen even staan en komt na een tijdje terug. Ze ziet dat de buitenkant van het glas met de ijsklontjes nat is, maar die zonder ijsklontjes niet.

1) Waar komt dit water op de buitenkant van het glas vandaan?
2) Leg uit waarom alleen het glas met de ijsklontjes nat wordt aan de buitenkant.

Schrijf vier stoffen op die je in water kunt oplossen.

Zet op de aangegeven plekken de juiste fase-overgang.