Past simple regular verbs

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Past Simple

Past Simple

wanneer: Iets is in het verleden gebeurd en opgehouden.

hoe: werkwoord + ed

(als het werkwoord eindigt op een -e dan komt er alleen een -d)

(als het werwoord eindigt op medeklinker - y dan wordt het ied.

vaak staat er een tijdbepaling in: yesterday, last week, a year ago, last year, 1987, 2017, a couple of days ago, last months etc

Onregelmatige werkwoorden

Sommige werkwoorden zijn onregelmatig, die hebben een eigen vorm. Die vorm moet je uit je hoofd leren.

bijvoorbeeld:
write - wrote - written

buy - bought - bought

pay - paid - paid

give - gave - given

Dit noemen we de tweede vorm omdat ze altijd in dezelfde volgorde aangeboden worden.

hele ww - past simple - past participle

Dat ziet er zo uit:

• I talked to my teacher yesterday.
• Last Sunday we listened to the press conference.
• An hour ago we walked in the park.
• I worked on my schoolwork today.
• She studied for the test.
• They wrote letters last night
• She paid for her groceries

Vragen:

• In de present simple gebruiken we do/does als we vragen willen stellen.

• In de past simple gebruiken we did (vt van do) als we vragen willen stellen.

• Als je does gebruikt bij he/she/it dan hoef je geen -s meer achter het hoofdwerkwoord te zetten.
• Als je did gebruikt in de verleden tijd gebruik je gewoon het hele werkwoord daarna en niet de verleden tijd vorm.
  

Dat ziet er zo uit:

• Did you talk to the teacher yesterday?
• Did we listen to the press conference on Sunday?
• Did we walk in the park an hour ago?
• Did he work on his school work today?
• Did they write letters last night?
• Did she pay for the groceries?

Ontkenningen:

• In de present simple gebruiken we don't/doesn't als we ontkenningen willen maken.

• In de past simple gebruiken we didn't (vt van do) als we ontkenningen willen maken.

• Als je doesn't gebruikt bij he/she/it dan hoef je geen -s meer achter het hoofdwerkwoord te zetten.

•  Als je didn't gebruikt in de verleden tijd gebruik je gewoon het hele werkwoord daarna en niet de verleden tijd vorm.

Dat ziet er zo uit:

• I didn't talk to the teacher yesterday.
• We didn't listen to the press conference last Sunday.
• We didn't walk in the park an hour ago.
• He didn't work on his schoolwork today.
• They didn't write letters last night.
• She didn't pay for her groceries.
  

Dus:

• Als je wil praten over iets dat in het verleden is gebeurd dan zet je bij regelmatige werkwoorden -ed achter het werkwoord.
• Vaak staat er ook een tijdbepaling in dat verwijst naar een moment in het verleden.
• Als je vragen maakt gebruik je did en zet je het hoofdwerkwoord niet in de verleden tijd.
• Als je ontkenningen maakt gebruik je didn't en zet je het hoofdwerkwoord niet in de verleden tijd.

Opdracht:

De zinnen in de opdracht zet je in de verleden tijd door de werkwoorden te vervoegen.

Soms moet je vragen of ontkenningen maken.

Je hoeft alleen het antwoord in te vullen niet de hele zin!

Veel succes!

.... (you/ask) the teacher a question?

My parents ... (arrive) at the airport.

She ... (write) me a letter yesterday.

... (you/brush) your teeth?

I ... (boil) the eggs this morning.

We ... (carry) our bags to the car.

He ... (give) her a beautiful necklace.

... (they/agree) to going to the cinema?

Mum ... (clean) the house this afternoon.

Exercises:

Do:

VWO: Student's book p 56 ex 6, 7

havo: Student's book p 54 ex 6, 7