Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4.5 spelling (v3)
1 / 40
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
40 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is het verschil?
vergrote - vergrootte
bestede - besteedde
Slide 2 - Question ouverte
Voorbeeldzinnen
We kunnen de vergrote foto in de winkel afhalen.
De fotograaf vergrootte onze foto van de bruiloft.
Het bestede bedrag kun je declareren.
De docent besteedde veel aandacht aan de werkwoordspelling.
Het verbrede pad zag er goed uit.
Gisteren verbreedde de tuinman het pad.
Slide 3 - Diapositive
Een voltooid deelwoord kun je ook bijvoeglijk gebruiken. Maak een voorbeeldzin!
Slide 4 - Question ouverte
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruiken?
Schrijf het zo kort mogelijk!
Slide 5 - Diapositive
Waarom schrijf je dan wel de gebraden kippen?
A
Omdat het zn meervoud is.
B
Omdat het voor de uitspraak nodig is.
C
Omdat het VD ook eindigt op -en
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
het (bederven) vlees
Slide 8 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Verwoesten: de ........ stad
Slide 9 - Question ouverte
De soep is gekruid.
De _____ soep.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 10 - Question ouverte
De kerktoren is verlicht.
De _____ kerktoren.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 11 - Question ouverte
De kleding is zelf ontworpen.
De zelf _____ kleding.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 12 - Question ouverte
De vogel is opgezet.
De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 13 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
het (stranden) schip
Slide 14 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Schrikken: een ........ voorbijganger
Schrikken: de ........ mensen
Slide 15 - Question ouverte
Schrijf een voorbeeldzin met het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
vragen: een ... meisje
Slide 18 - Question ouverte
Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
gillen: de ... keukenmeid
Slide 19 - Question ouverte
Noteer het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
spieken: het ... kindje
Slide 20 - Question ouverte
Herhaling werkwoorden
- tegenwoordig deelwoord
- voltooid deelwoord
- voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- persoonsvorm
Slide 21 - Diapositive
________ (gapen) gaf hij het slaapverwekkende proefwerk terug.
Slide 22 - Question ouverte
Koop jij altijd __________(voorsnijden) groente?
Slide 23 - Question ouverte
De vrienden ... (poetsen) gisteren de auto van hun ouders.
Slide 24 - Question ouverte
Heb jij het juiste antwoord _________ (noteren)?
Slide 25 - Question ouverte
Floris …. (vergoeden) vorige week de kosten voor het schoonmaken van het bushokje.
Slide 26 - Question ouverte
Met _________ (vergroten) ogen stamelde zij het antwoord.
Slide 27 - Question ouverte
Jouw haarkleur is sterk _____________ (veranderen)?
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Waar komt de apostrof?
A
s'Woensdags
B
's Woensdags
C
M&Ms'
D
A'4tje
Slide 34 - Quiz
Waar is de apostrof onjuist geplaatst?
A
Levi's spijkerbroek
B
Felix's studie
C
Otto's huis
D
mijn vaders auto
Slide 35 - Quiz
Hoe schrijf je onderstaand woord? Plaats zo nodig een trema, apostrof of koppelteken!
BNer
A
BNer
B
BN-er
C
BNër
D
BN'er
Slide 36 - Quiz
Trema of niet?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd
Slide 37 - Quiz
drieendertig
A
trema
B
apostrof
C
liggend streepje
D
niets
Slide 38 - Quiz
Trema?
Welke vorm is onjuist?
A
gevarieerd
B
geïllustreerd
C
gekopieerd
D
gefinanciërd
Slide 39 - Quiz
Waar komt het weglatingsstreepje?
coronatest en coronavaccin
A
coronatest en corona-
B
coronatest en -vaccin
C
-test en coronavaccin
D
corona- en coronavaccin
Slide 40 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
4.5 spelling (H3)
Février 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4.9 Spelling
Mai 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HV2 Talent 4.9 spelling
Novembre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HV2 Talent 4.5 spelling
Mai 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HV2 Talent 4.9 spelling
Septembre 2023
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
4.9 spelling: vd als bijv. nw, accent, trema, apostrof, streepjes
Juillet 2024
- Leçon avec
45 diapositives
Voltooid en tegenwoordig deelwoord bijvoeglijk gebruiken V
Mai 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Voltooid en tegenwoordig deelwoord bijvoeglijk gebruiken
Novembre 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2