Les 27: Doel van een alinea

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Inhoud van de les:

10 min: stillezen

25 min: instructie + verwerking: ‘doel van een alinea’

5 min: les afsluiten

Korte pauze 

Les 28

Les 27: doel van een alinea

Lesdoelen

1. Je leert welke bedoeling een schrijver heeft met elke alinea.

2. Je weet welke functies een alinea kan hebben

3. Je kunt signaalwoorden herkennen in een tekst.

4. Je kunt uitleggen welke bedoeling een schrijver heeft met een bepaalde alinea. 

Ik weet welke bedoeling een schrijver kan hebben met een alinea.

😒🙁😐🙂😃

Wat is een leesstrategie?

1. een manier om een tekst te begrijpen
2. een manier om een tekst te lezen
3. een manier om een tekst snel te lezen
4. een manier om vragen te beantwoorden.

Welke leesstrategieën ken jij?

Wat zijn signaalwoorden/verwijswoorden?

1. woorden die het antwoord geven in een tekst
2. woorden die een bepaald verband aangeven in een tekst
3. woorden die een signaal geven voor een antwoord
4. woorden die belangrijk zijn om allemaal te weten

Noem enkele signaalwoorden

Geef de namen van tekstverbanden
die jij kent.

Schrijf op wat je weet over een alinea.

Doel van een alinea

Elke alinea, of een groepje alinea’s samen, heeft binnen een tekst een functie. 

De schrijver heeft een bedoeling met een alinea en deze wordt aangegeven door signaalwoorden (verwijswoorden). 

Inleiding

In een inleiding wil de schrijver je nieuwsgierig maken, zodat je de hele tekst gaat lezen. Een schrijver kan dit doen door:

- een reden te geven waarom hij de tekst schrijft.

- de opbouw van de test geven

- de schrijver geeft zijn mening 

- geeft alvast het belangrijkste weer 

Kern

De kern bestaat uit een aantal alinea’s die met elkaar te maken hebben (verband). Er zijn verschillende verbanden mogelijk:

- opsomming

- voorbeeld

- tegenstelling

- doel - middel

(kijk op blz.32 voor alle verbanden). 

Slot

De slotalinea kan verschillende functies hebben:

- een samenvatting geven

- een conclusie trekken - geven

- een advies geven

- een vraag stellen

- een verwachting voor de toekomst uitspreken

Vragen over de theorie

Je gaat nu zelf de vragen maken over de theorie. 

Lees de vraag goed en geef dan het antwoord op de vraag. 

Lees de tekst in de volgende dia. 

Vraag: welke signaalwoorden lees je in de tweede alinea? 

De volgende signaalwoorden staan in de tweede alinea:

1. toch
2. bijvoorbeeld
3. omdat
4. geen

wat is de functie van de tweede alinea?

1. er wordt een antwoord gegeven
2. er wordt een tegenstelling gegeven
3. er wordt een gevolg gegeven
4. er wordt een opsomming gegeven

Welk tussenkopje past het best bij alinea 2 en 3?

1. leerplicht
2. mogelijke oplossingen
3. High School
4. HAVO of MBO

Wat is de functie van de inleiding?

1. Geeft een voorbeeld
2. Geeft een reden
3. Stelt een vraag
4. Geeft de mening van de schrijver

Welke functie hebben alinea 2 tot en met 5? Kies uit

1. er worden argumenten gegeven
2. Er worden redenen gegeven
3. Er worden voorbeelden gegeven
4. Er worden antwoorden gegeven

Wat is de belangrijkste bedoeling van de schrijver met de tekst ‘het jaar waarin alles kan’.

1. Informeren over wat een tussenjaar is
2. Informeren over hoe je een tussenjaar succesvol maakt
3. Enthousiast maken voor een tussenjaar
4. Overhalen om een tussenjaar te nemen

Ik weet nu welke functies alinea’s in een tekst kunnen hebben.

😒🙁😐🙂😃

Ik wil nog extra uitleg over….