4 havo H13

4 havo - 30 oktober
Even herhalen: H12 'nauwkeurig formuleren
  • huiswerk nakijken (blz.75)
  • instructie H13 'bondig formuleren'
  • spelling 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4 havo - 30 oktober
Even herhalen: H12 'nauwkeurig formuleren
  • huiswerk nakijken (blz.75)
  • instructie H13 'bondig formuleren'
  • spelling 

Slide 1 - Diapositive

H12 nauwkeurig formuleren
Nauwkeurig formuleren moet.
Als je dit niet doet, blijft je lezer altijd met vragen zitten.

Hij lag op haar schoot en viel in slaap.

Slide 2 - Diapositive

Nauwkeurig formuleren
"Schiet op, jongens!"

"Schiet op jongens!"

Slide 3 - Diapositive

Nauwkeurig formuleren
Standaardvragen: Wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe
Wees precies, wees niet vaag
Gebruik geen lege woorden: vaak, factor, meer, minder
Gebruik geen ingebouwde beperking: niet altijd geldig
Zorg dat verwijzingen in de zin duidelijk zijn
Verplaats je in de lezer!


Slide 4 - Diapositive

Ingebouwde beperking
Betekenis: een zin is niet altijd geldig

Bijv.
Over het algemeen doet hij goed zijn best op school.
In principe moet je altijd aanwezig zijn bij de les.

Liever niet gebruiken!


Slide 5 - Diapositive

Ingebouwde beperking
Uitdrukkingen als "over het algemeen", "soms" en "meestal" geven aan dat de zin niet altijd geldig is, maar dat er beperkingen zijn.
Bijvoorbeeld: 
  • Linda eet in het algemeen graag Chinees (wanneer niet?)
  • Het event werd mede mogelijk gemaakt door Vopak (door wie nog meer dan?)

Slide 6 - Diapositive

Ingebouwde beperking
Betekenis: een zin is niet altijd geldig

Bijv.
Over het algemeen doet hij goed zijn best op school

Liever niet gebruiken!


Slide 7 - Diapositive

H13
Bondig schrijven is moeilijker dan het lijkt.

De kracht van een goede tekst is dat elk woord op de juiste plek staat.

'Schrijven = schrappen!'

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Altijd bondig schrijven?
Niet altijd.
Soms moet je juist meer woorden gebruiken dan nodig (denk aan beschrijvingen in verhalen)

Kijk dus naar je tekstdoel!

Slide 11 - Diapositive

Schrap met beleid, maar gebruik zo min mogelijk:
  • hulpwerkwoorden
  • veel bijvoeglijke naamwoorden
  • pleonasme
  • tautologie
  • bijwoorden
  • uitdrukkingen

Slide 12 - Diapositive

Hulpwerkwoorden
Zullen, kunnen, mogen, willen, gaan
niet: Ik zou het zeer op prijs stellen als je de enquête zou willen invullen


Slide 13 - Diapositive

'Ik zou het zeer op prijs stellen als je de enquête zou willen invullen'
Maak deze zin bondiger

Slide 14 - Question ouverte

Bijvoeglijke naamwoorden
 Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
niet:  De oude, grijze, vriendelijke vrouw had moeite zich staande te houden in de herfstachtige storm.

wel: De oude vrouw had moeite zich staande te houden in de storm.

Slide 15 - Diapositive

Bijwoorden
Een bijwoord zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord, een werkwoord, een ander bijwoord, of soms over een hele zin.

niet: Dat vind ik een geweldig mooie en zeer spannende serie.
wel: Dat vind ik een (mooie) spannende serie.

Slide 16 - Diapositive

Pleonasme (dubbelop)
Een deel van de betekenis van een woord of woordgroep wordt nog een keer herhaald. Een pleonasme bestaat meestal uit twee verschillende woordsoorten.
  • vieze stank, witte sneeuw, van te voren reserveren, groter groeien, gratis krijgen

Slide 17 - Diapositive

Tautologie (dubbelop)
De hele betekenis van een woord wordt herhaald (synoniemen), meestal met dezelfde woordsoorten.
Gratis en voor niets, voor eeuwig en altijd, enkel en alleen.


Slide 18 - Diapositive

Wie ziet de tautologie?
Hoewel we de catalogus reeds weken al in huis hebben, konden we geen keuze maken uit het enorme aanbod.

Slide 19 - Diapositive

(voorzetsel)uitdrukkingen
Naast losse woorden, kunnen uitdrukkingen je tekst ook onnodig lang maken:
  • In het kader van de bezuinigingen, gingen wij niet op vakantie. Door
  • In de nabijheid van mijn moeder voel ik mij fijn. Bij

Slide 20 - Diapositive

test

Slide 21 - Diapositive

'Gisteren speelde ik samen met mijn zusje in de witte sneeuw'
A
Bijwoord
B
Tautologie
C
Pleonasme
D
Uitdrukking

Slide 22 - Quiz

'Als gevolg van de coronacrisis hebben wij nu thuis les'
A
Hulpwerkwoord
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Uitdrukking

Slide 23 - Quiz

'Het huis van mijn oom is echt heel erg groot'
A
Hulpwerkwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Bijwoord
D
Pleonasme

Slide 24 - Quiz

'Zodra hij mijn bericht kreeg, is hij onmiddellijk op zijn scooter gestapt'
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Uitdrukking

Slide 25 - Quiz

'Als je een treinabonnement zou nemen, zou je veel geld kunnen gaan besparen'
A
Uitdrukking
B
Bijwoord
C
Hulpwerkwoorden
D
Tautologie

Slide 26 - Quiz

Maak de volgende mededeling bondiger: 'In de speeltuin mag geen zelf meegenomen eten en drinken geconsumeerd worden; alleen eten en drinken dat hier is gekocht. Dank u.'

Slide 27 - Question ouverte

Schrijf bondiger:
Zou u zich voordat u in de wachtkamer plaatsneemt eerst even willen melden bij de assistente?

Slide 28 - Question ouverte

Schrijf bondiger:
Gelieve geen waardevolle spullen in uw jaszakken laten zitten bij gebruik van de garderobe. De directie kan niet aansprakelijk gesteld worden voor zoekgeraakte spullen.

Slide 29 - Question ouverte

journaal

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien

Formuleer de inhoud van het journaal zo bondig mogelijk

Slide 32 - Diapositive