Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
1 / 22
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Weet je nog wat een bijvoeglijk naamwoord is?
A
Een woord voor een mens, dier, plant, ding.
B
Een woord dat zegt wat iemand of iets doet.
C
Een woord zoals 'uit', 'op', 'over' of 'door'.
D
Een woord dat iets zegt over een mens, dier, plant of ding.
Slide 3 - Quiz
De leuke meid.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
De
B
leuke
C
meid
Slide 4 - Quiz
De som is moeilijk.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
A
De
B
som
C
is
D
moeilijk
Slide 5 - Quiz
Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden heeft deze zin?
De oude, rijke, kale man had een nieuwe auto gekocht. De auto was zwart en erg duur.
A
8
B
7
C
6
D
5
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
De patiënt is hersteld
De .... patiënt
De .... patiënt
Slide 10 - Question ouverte
Het vliegtuig is geland
Het .... vliegtuig
Het .... vliegtuig
Slide 11 - Question ouverte
De kerstboom is verlicht
De .... kerstboom
De .... kerstboom
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Het winkelcentrum is verbouwd.
Het _____ winkelcentrum.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 16 - Question ouverte
De kleding is zelf ontworpen.
De zelf _____ kleding.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 17 - Question ouverte
De foto is vergroot.
De _____ foto.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 18 - Question ouverte
De vogel is opgezet.
De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 19 - Question ouverte
De straat is verbreed.
De _____ straat
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
