01.03 Hulpmiddelen bij waarnemen

Tussentest 
wat: 01.02 Wat is waarnemen
tijd: 15 min
hoe: in je groepje

iedereen noteert antwoorden
je mag overleggen
1 toets wordt nagekeken
bewaar de andere toetsen, moeten in het dossier
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Tussentest 
wat: 01.02 Wat is waarnemen
tijd: 15 min
hoe: in je groepje

iedereen noteert antwoorden
je mag overleggen
1 toets wordt nagekeken
bewaar de andere toetsen, moeten in het dossier

Slide 1 - Diapositive

hw morgen 24/9
lezen: BK01.03 en KK01.03

maken, nakijken en afstempelen:
Opdrachtenkaart 01.03
Practicumkaart 01.03A tekenregels
1 Keuze/roze stempel:
Practicumkaart 01.03B waarnemen met de micro
Taak microscoopfolder
Taak microscoopfilm 







Slide 2 - Diapositive

01.03 Hulpmiddelen bij waarnemen

Slide 3 - Diapositive

Je kan uitleggen wat een grootheid en eenheid is. 
Je kan uitleggen welk meetinstrument nodig is voor de volgende grootheden: lengte, massa, tijd, volume, temperatuur, inhoud en oppervlak. 
Je kan benoemen welke eenheid bij welke grootheid hoort. 
Je kan uitleggen wat meten is en wat een meting is. 
Je kan uitleggen hoe je de massa en het volume van regelmatig- en onregelmatig gevormde voorwerpen kan bepalen en berekenen.
Je kan de onderdelen van een microscoop benoemen met naam en functie. 




leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

01.03 hulpmiddelen bij waarnemen
Kleine voorwerpen kun je bekijken met een loep of onder een microscoop
temperatuur meet je met een...
hoeveelheid suiker voor in de taart weeg je op een....
hoeveelheid melk voor in de pannenkoeken meet je in een...

Deze hulpmiddelen helpen om iets beter te kunnen zien, ruiken, proeven, horen, voelen of meten

Slide 5 - Diapositive

Onderdelen leren!! (zie vaardighedenkaart 1B)

Slide 6 - Diapositive

Meten = de waarde van een grootheid bepalen door deze te vergelijken met een waarde op een meetinstrument

Grootheid = iets wat je kunt meten (temperatuur, lengte, volume, tijd, inhoud, oppervlakte, massa)
Eenheid = de afgesproken hoeveelheid (graden celcius, meter, kubieke decimeter/liter, seconde, vierkante meter, kilogram)
Meten = de waarde van een grootheid bepalen door deze te vergelijken met een waarde op een meetinstrument


Slide 7 - Diapositive

Grootheid en eenheid

Grootheid = iets wat je kunt meten 
Bv: afstand, temperatuur, tijd, massa


Eenheid = de afgesproken hoeveelheid 
Bv: meter,  graden Celcius, seconde, gram



Slide 8 - Diapositive


Een meting = een getal + eenheid

Slide 9 - Diapositive

Deze moet je kennen! Kenniskaart 01.03

Slide 10 - Diapositive

Volume meten
Massa = hoe zwaar iets is
Volume = hoeveel ruimte iets inneemt 

Volume van een onregelmatig voorwerp meten
<-------------

Slide 11 - Diapositive

Volume van een regelmatige voorwerp

Volume = lengte x breedte x hoogte
  • Of: V = l x b x h





bv: 10 cm x 2 cm x 2 cm = 40 cm3

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Hoe werkt een microscoop 
- werken met de microscoop

Slide 14 - Diapositive

Werken met de microscoop

Slide 15 - Diapositive

Werken met een microscoop

Slide 16 - Diapositive

Werken met de microscoop

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

De tekenregels
  • wit A4 papier
  • gebruik een potlood
  • maak grote tekeningen
  • teken met duidelijke lijnen, niet schetsen
  • teken wat je ziet
  • noteer de juiste info: naam, klas, datum, titel, aanzicht
  • benoem onderdelen met een  horizontale rechte lijn, met geo, 
  • zet de naam aan de rechterzijde van je papier, achter de lijn

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Aanwijsnaald, zit in het oculair

Slide 25 - Diapositive

The microscope

oculair = hier zit een lens, kijk je doorheen, vergroot 10x
tubus = hier zit het oculair op, kijk je doorheen
revolver = zitten de 3 objectieven op, kan je aan draaien
objectief = lenzen, vastgehouden door het revolver, vergroten 4x, 10x of 40x
tafel = hier leg je je preparaat op = datgene wat je wilt bekijken
statief = hier til je de microscoop aan op
grove stelknop= hiemee kan je de tafle in grote stappen op en neer verplaatsen, hiermee kan je scherpstellen
lamp = bron van licht
diafragma= hiermee kan je de hoeveelheid licht bepalen
voet = hier staat de microscoop op

Slide 26 - Diapositive

Door welk deel van de microscoop kijk je?
A
diafragma
B
objectief
C
oculair
D
revolver

Slide 27 - Quiz

revolver
objectief
oculair
tubus
draaiend onderdeel, hier zitten de objectieven aan vast
hier zit het oculair op
lens, vergroot 10x, hier kijk je doorheen
lenzen, vergroten 4x, 10x en 40x

Slide 28 - Question de remorquage

Wat is de functie van het diafragma?
A
vergroot het object
B
hoeveelheid licht instellen
C
hier pak je de microscoop vast
D
hiermee zet je hem aan en uit

Slide 29 - Quiz

Met welk onderdeel kan je het beeld scherpstellen?

Slide 30 - Carte mentale

Wat doen de objectieven?
A
het beeld vergroten
B
hoeveelheid licht instellen
C
beweegt het object op en neer
D
stevigheid

Slide 31 - Quiz

voet
grove stelknop
diafragma
tafel
objectieven
tubus

Slide 32 - Question de remorquage

Wat mag je niet meer doen als je bent gewisseld naar de grotere objectieven?
A
de hoeveelheid licht veranderen
B
aan de revolver draaien
C
aan de grove stelknop draaien
D
aan de fijne stelknop draaien

Slide 33 - Quiz

Wat is deel 2?

Slide 34 - Question ouverte

In what state should you hand in the microscope?
A
stage down, smallest objective lens above stage
B
stage up, smallest objective lens above stage
C
stage down, largest objective lens above stage
D
stage up, largest objective lens above stage

Slide 35 - Quiz



WAT
lezen BK 01.03+KK 01.03
voorbereiden PK 01.03A
maken + nakijken OK 01.03
maken 1 keuze taak van 01.03

HOE
individueel
in stilte


HULP NODIG
  1. kijk in je stempelkaart naar de instructie van de taak> goed lezen
  2. ga door met volgende opdracht
  3. ALEEN EERSTE 4 MIN: vraag docent als ze langs loopt
actie - IN STILTE
timer
15:00

Slide 36 - Diapositive



WAT
lezen BK 01.03+KK 01.03
voorbereiden PK 01.03A
maken + nakijken OK 01.03
maken 1 keuze taak van 01.03

HOE
individueel
in stilte


HULP NODIG
  1. kijk in je stempelkaart naar de instructie van de taak> goed lezen
  2. ga door met volgende opdracht
  3. ALEEN EERSTE 4 MIN: vraag docent als ze langs loopt
actie - IN STILTE
timer
15:00

Slide 37 - Diapositive



WAT
lezen BK 01.03+KK 01.03
voorbereiden PK 01.03A
maken + nakijken OK 01.03
maken 1 keuze taak van 01.03

HOE
zacht overleg 
alleen binnen je team
je blijft zitten
laptop alleen voor een science taak










HULP NODIG
  1. kijk in je stempelkaart: goed lezen
  2. vraag een groepsgenootje
  3. ga door met volgende opdracht
  4. als docent je naar voren roept - op volgorde van inschrijflijst
actie - MET ZACHT OVERLEG
timer
20:00

Slide 38 - Diapositive