01.03 Hulpmiddelen bij waarnemen

• Science
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

1. Je komt op tijd in de les
2. Je zit samen met je groepje
3. Telefoon op stil/uit en in je tas
   
4. Op tafel: alle boekjes, je schrift, pen, stempelkaart, 
   gesloten laptop
5. Iedereen is stil en richt zijn aandacht op de docent

1. Herhalen 01.02

2. Uitleg 01.03

3. cijfers TT 01.02 + bespreken

4. Aan de slag met 01.03

Doel van de les

• Je kan uitleggen wat een grootheid en een eenheid is
• Je kan uitleggen welk meetinstrument nodig is voor de volgende grootheden: lengte, massa, tijd, volume, temperatuur, inhoud, oppervlak
• Je kan benoemen welke eenheid bij welke grootheid hoort
• je kan uitleggen wat meten is en wat een meting is
• je kan uitleggen hoe je de massa en het volume van regelmatig- en onregelmatig gevormde voorwerpen kan bepalen en kan berekenen

01.02: wat is waarnemen?

• Wat is de definitie van waarnemen? 
• een eigenschap van een voorwerp/organisme/verschijnsel zien, horen, proeven, ruiken of voelen
• Hoe neem je waar?
• Kijken, horen, ruiken, voelen, proeven, meten
• Hoe geef je waarnemingen weer? (4 manieren)

• Beschrijven in woorden
• Tabellen/diagram 
• Natuurgetrouwe weergave
• Schematische weergave 

01.03 hulpmiddelen bij waarnemen

Kleine voorwerpen kun je bekijken met een loep of onder een microscoop

temperatuur meet je met een...

hoeveelheid suiker voor in de taart weeg je op een....

hoeveelheid melk voor in de pannenkoeken meet je in een...

Deze hulpmiddelen helpen om iets beter te kunnen zien, ruiken, proeven, horen, voelen of meten

Onderdelen leren!! (zie stencil + vaardighedenkaart 1B)

Meten = de waarde van een grootheid bepalen door deze te vergelijken met een waarde op een meetinstrument

Grootheid = iets wat je kunt meten (temperatuur, lengte, volume, tijd, inhoud, oppervlakte, massa)

Eenheid = de afgesproken hoeveelheid (graden celcius, meter, kubieke decimeter/liter, seconde, vierkante meter, kilogram)

Meten = de waarde van een grootheid bepalen door deze te vergelijken met een waarde op een meetinstrument

Grootheid = iets wat je kunt meten (temperatuur, lengte, volume, tijd, inhoud, oppervlakte, massa)

Eenheid = de afgesproken hoeveelheid (graden celcius, meter, kubieke decimeter/liter, seconde, vierkante meter, kilogram)

Een meting = een getal + eenheid (3 kilo / 1,65 meter)

1. Je komt op tijd in de les
2. Je zit samen met je groepje
3. Telefoon op stil/uit en in je tas
   
4. Op tafel: alle boekjes, je schrift, pen, stempelkaart, 
   gesloten laptop
5. Iedereen is stil en richt zijn aandacht op de docent

1. Herhalen 01.03

2. Verder aan je weektaak!

Laatste helft van laatste scienceles: Tussentest 01.03!

Goed geleerd?

• Waarom gebruiken we meetinstrumenten?
• Wat is een grootheid? (definitie)
• Wat is een eenheid? (definitie)
• Welke eenheid hoort bij de grootheid Massa?
• Welke grootheid hoort bij de eenheid seconde?
• Welk meetinstrument hoort bij kubieke
  meter/Liter?

Volume meten

Massa = hoe zwaar iets is

Volume = hoeveel ruimte iets inneemt 

Volume van een onregelmatig voorwerp meten

<-------------

Deze moet je kennen! Kenniskaart 01.03

Aan de slag!

-Lezen bk + kk 01.02
-Lezen+leren vk 1B+1C

-Inlezen + inplannen

pk 01.03a +b/c

-Maken ok 01.03 
+ nakijken

Tussentest 01.03

Schrijf als eerste je naam, klas en groepsnaam 

op het blaadje.

Je maakt hem... 

• als groepje samen, dus fluisterend overleggen
• Ieder lid vult de TT in, ik kies er 1 om na te kijken
• Met blauwe/zwarte pen schrijven.

Als je klaar bent, draai je je blad om en blijf je stil tot alle TT zijn opgehaald.

Wat ga je nu doen?

1. BK + KK 01.03 goed lezen

2. PK 01.03A voorbereiden vóór je het practicum gaat doen (dus vaardighedenkaart 1B/1C lezen en leren

3. Practicum 01.03 inplannen * 

4. OK 01.03 maken

Let op!! Je kiest met je groepje 1 keuzeopdracht / roze opdracht ipv 2

Planning vandaag

1. Maken paragraaf 2/3 

2. Afstempelen 

3. Practicum *

Laatste 15 minuten van de les: zelftest

Zorg dat je dan klaar zit > tafel leeg, alleen een pen en een potlood + gum