hoofdletters

spelling H1: hoofdletters en leestekens
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

spelling H1: hoofdletters en leestekens

Slide 1 - Diapositive

hoofdletters
- begin van de zin
-namen
- de uitzonderingen

Slide 2 - Diapositive

begin van de zin

De meisjes hebben het huiswerk wel gemaakt.

's Morgens gaan we naar school.

29 leerlingen zitten in deze klas.

Slide 3 - Diapositive

namen
Tussenvoegsels zoals de of van krijgen een kleine letter als er voorletters, een voornaam of de achternaam van de partner voor staan: B. de Vries, Gert van der Laan, Caro Blok-de Lint. 

Slide 4 - Diapositive

namen
Aardrijkskundige namen       (Enschede/Amerika/ New Yorker)
talen/ dialecten                          (Frans / Fries)
bevolkingsgroepen                  (Eskimo / Vikingen)
officiële feestdagen                (Pasen/ Hemelvaart
historische gebeurtenissen ( de Tweede Wereldoorlog)



                                                 



 

Slide 5 - Diapositive

kleine letter!
Maar namen van dagen, maanden, windstreken, jaargetijden, tijdperken en religieuze stromingen schrijf je met een kleine letter.


  zaterdag, december, noord, noordoost en winter, middeleeuwen, renaissance en romantiek.

Slide 6 - Diapositive

leestekens

Slide 7 - Diapositive

punt, een vraagteken of een uitroepteken. 
 
Een punt komt na een gewone zin: Irina appt vaak met haar vriendinnen.  
Een vraagteken zet je na een vraag: Wie heb je vanmiddag bezocht?  
Met een uitroepteken geef je een zin extra nadruk: Dat is super, man! 

Slide 8 - Diapositive

komma
- tussen twee persoonsvormen
Als Joep slaagt, gaat de vlag uit;  

- voor verbindingswoorden als doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra. 

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Spelling H1; hoofdletters en leestekens
startopdracht, opdracht 1, 2 en 3 maken. 

Slide 10 - Diapositive