H6 Herhalen

H6 Tijd en verhoudingen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H6 Tijd en verhoudingen

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Je weet hoe je de tijden van een wijzerklok moet aflezen.
Je weet welke twee digitale tijden bij een wijzerklok horen.
Je kunt rekenen met een tijdlijn. 
Je kunt rekenen met de handige maten van wandelen en fietsen. 
Je kunt met een verhoudingstabel rekenen. 
Je kunt in een verhoudingstabel via 1 rekenen.

Slide 2 - Diapositive


Welke digitale klok hoort bij deze klok?
A
15:30
B
12:35
C
3:30
D
0:35

Slide 3 - Quiz


Welke digitale klok hoort bij deze klok?
A
10:50
B
11:50
C
22:50
D
21:50

Slide 4 - Quiz

De film begint om 19:30 uur.
De film eindigt om 22:00uur.
Hoelang duurt de film?
De vertrektijd van de vliegreis is om 05:40 uur.
De aankomsttijd is om 13:15 uur.
Hoelang duurde de vliegreis?
De lunch begint om 11:45 uur.
De lunch eindigt om 13:40 uur.
Hoelang duurde de lunch?
2 uur en
30 minuten
8 uur en
35 minuten
2 uur en
5 minuten
2 uur en
55 minuten
3 uur en
30 minuten
 7 uur en
35 minuten

Slide 5 - Question de remorquage

Anja verkoopt gelukspoppetjes voor een goed doel.
Ze heeft er vier verkocht voor €2,50.
Pim heeft 31 gelukspoppetjes gekocht. Hoeveel heeft hij betaald?
4
1
2,50
31

Slide 6 - Question de remorquage

gewicht in grammen
...
...
...
prijs in centen
380
...
...
Sanne koopt bij de viskraam zalmfilet. Zalm kost €3,80 per 200 gram.
Bereken hoeveel gram zalm Sanne kan kopen voor €10,45.
Gebruik de verhoudingstabel. 
200
1
1045
550
: 380
: 380
× 1045
× 1045

Slide 7 - Question de remorquage

10 oliebollen kosten €5,50. 
Hoeveel euro kosten 13 oliebollen? 
Vul de verhoudingstabel in.
aantal oliebollen
prijs in centen
10
550
715
13
1

Slide 8 - Question de remorquage

Jorien doet boodschappen voor het schoolkamp.
Ze weet dat ze voor vier mensen 500 gram macaroni nodig heeft. 
Zet de getallen 4 en 500 op de goede plaats in de verhoudingstabel.

Bereken daarna hoeveel gram macaroni je nodig hebt voor 10 mensen. 

4
500
1
10
4
10
10
4

Slide 9 - Question de remorquage

Het aantal gram macaroni met 10 personen is dus ...

Slide 10 - Question ouverte