VWO 6 Oefenen met vragen bij Wat is slim?

Les 2 oefenen met vragen
vwo 6 vragen bij Wat is slim?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsWOStudiejaar 6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Les 2 oefenen met vragen
vwo 6 vragen bij Wat is slim?

Slide 1 - Diapositive

Tot nu toe
Indeling van de vraagsoorten?

Geoefend met 3 vragen bij een tekst door rond te lopen.

Tijdmanagement besproken

Slide 2 - Diapositive

Vervolg
Wat als je het heel moeilijk vindt om vragen te lezen?

Vraag antwoord structuur les: is hier belangstelling voor dan plannen we het in. 

Slide 3 - Diapositive

Deze les
Een vwo-tekst met drie verschillende soorten vragen.

Doel
Je weet hoe je verschillende vragen kunt aanpakken
Je bent je bewust van je eigen vragen

Slide 4 - Diapositive

Opzet van de les
Tekst lezen
Drie vragen beantwoorden en bespreken.
Dat doe je telkens met een andere leerling.
Vervolgens geven we antwoord met behulp van het rad van fortuin
En we gaan kijken hoe je het antwoord kunt vinden

Slide 5 - Diapositive

Start
Lees de tekst Wat is slim?
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

Samenwerken
Maak de vraag eerst voor jezelf
Bespreek het daarna met degene die naast je zit. 
Bespreek met elkaar jullie antwoord.
Schrijf je antwoord op je blaadje.

Slide 7 - Diapositive

timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Controle




Volledige zinnen?
Spelling in orde?
Aantal worden in orde?

Slide 9 - Diapositive

Volgende vraag

Van elk duo gaat één persoon opstaan om vervolgens naast een andere leerling te gaan zitten.
Je gaat samen de volgende vraag goed uitwerken: 
eerst voor jezelf
dan met elkaar bespreken
noteer het correcte antwoord

Slide 10 - Diapositive

timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

Controle




Geef je precies antwoord?
Heb je de vraag herhaald in je antwoord?
Spelling en stijl?

Slide 12 - Diapositive

Volgende vraag
Je maakt weer een nieuw duo met iemand met wie je in deze les nog niet hebt samengewerkt.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Controleer je antwoord
Vraag herhaald in je antwoord?



volledige zinnen?
spelling?
aantal woorden?

Slide 15 - Diapositive

2p 
27 
Wat is de hoofdgedachte van het tekstgedeelte dat bestaat uit alinea 3 en 4?

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je
antwoord niet meer dan 15 woorden. 


27 maximumscore 2
De kern van een goed antwoord is:
De houding/verwachting van docenten is cruciaal voor de ontwikkeling van
hun leerlingen.
Maximumlengte van het antwoord: 15 woorden.
Beoordeel de spelling en grammatica.
Opmerking
Uitsluitend 2 of 0 scorepunten toekennen.

Slide 16 - Diapositive

2p 
28 
Welke twee consequenties zou het besproken onderzoek van Dweck
blijkens alinea 3 en 4 van tekst 4 moeten hebben voor docenten?
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. 

28 maximumscore 2
De kern van een goed antwoord is:
• Docenten zouden hun leerlingen veel moeten laten oefenen 1
• en positieve verwachtingen over hen moeten uitspreken / en geen
negatieve verwachtingen over hen moeten uitspreken 1
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 17 - Diapositive

In alinea 3 van tekst 4 wordt een vergelijking gemaakt met godin
Aphrodite en het standbeeld dat Pygmalion had gemaakt.
2p 
31 Leg deze vergelijking uit.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je
antwoord niet meer dan 30 woorden. 

31 maximumscore 2
De kern van een goed antwoord is:
• Zoals Aphrodite het standbeeld van Pygmalion tot leven riep 1
• zo moeten docenten het talent dat verscholen zit in leerlingen
ontwikkelen/tot leven roepen 1
of
• De docent wordt vergeleken met Aphrodite (die een beeld tot leven
riep) 1
• (want) de docent kan het talent van de leerlingen tot leven roepen 1
Maximumlengte van het antwoord: 30 woorden.
Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 18 - Diapositive

Doelen bereikt?
Weet je nu hoe je een vraag moet lezen?
Weet je hoe je het antwoord moet zoeken?
Weet je hoe je het antwoord op moet schrijven?

Slide 19 - Diapositive

Ik begin door te krijgen hoe ik het examen Nederlands aan moet pakken
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage