31-03 : revision grammar Theme 4 part 2

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

TODAY

- Candy Test

- Revision grammar

Translate 

1. glad

2. zegevierend

3. iets opleveren

4. kopbal

5. bezet zijn

6. Anita en Josh deden vroeger ieder weekend mee aan talentenjachten.

Translations

1. slippery

2. victorious

3. to pay off

4. header

5. to be occupied

6. Anita and Josh used to participate in talent shows every weekend.

used to + hele werkwoord

https:

https:

Grammar 

The future p. 61 TB

- to be going to 

- will 

going to + hele ww

To be going to

will + hele ww

will + werkwoord

will + werkwoord     (I will walk, He will call, We will talk)

- Gebruik je om iets aan te bieden (I will help you out.)
- Bij beloftes (It will be fine, I promise!)
- Bij aankondigingen en besluiten (I will call you tomorrow)
- Voorspellingen zonder bewijs 
   (I don't think she will win the game, but I don't know why)

Will + hele werkwoord

Will + (not) + hele werkwoord

I will help you later.

She will not listen to his advice.

Will they be home later today?

Let op: vragen met I / we

Shall I help you? Shall we take this bus ?

Wanneer gebruik je to be going to?

1. Een voorspelling met bewijs
2. Plan
3. (Spontaan) besluit
4. Belofte

Als je een voorspelling doet en je hebt daarvoor geen bewijs gebruik je:

1. To be + going to + hele ww
2. will + hele ww
3. to be + going to+ hele ww of will + hele ww

https:

https: