Les 3 Omgaan met klanten

Les 3 Omgaan met klanten
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 3 Omgaan met klanten

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn klanten?

Slide 2 - Question ouverte

Klanten
Klant: je komt in de winkel om iets te kopen.

Er zijn veel verschillende soorten klanten, die je verschillend moet benaderen.


 

Slide 3 - Diapositive

Waarom gaan mensen
naar een winkel?

Slide 4 - Question ouverte

Redenen voor een klant

Elke klant heeft een reden om naar de winkel te gaan: 

  • Om gewoon rond te kijken.
  • Om bewust een artikel te kopen.
  • Om advies te vragen.
  • Een artikel is in de aanbieding.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Waarvoor komt deze klant
naar de winkel?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

De klant aanspreken:
wat moet je wel/ niet doen?

Slide 9 - Question ouverte

Klant begroeten en aanspreken
  • Vriendelijke begroeten.
  • De klant aankijken als je praat en naar de klant luistert.
  • Klant met 'u' aanspreken.
  • Duidelijk praten in het Nederlands.
  • Blijf rustig en vriendelijk.

Waarom is dit gedrag uiteindelijk zo belangrijk?

Slide 10 - Diapositive

Je werkt bij Zeeman. Klanten kunnen bij Zeeman zelf artikelen pakken uit de schappen.

Welk gedrag past bij deze winkel?
A
Je vraagt of je de klant kunt helpen en biedt hem een kopje koffie aan.
B
Je laat de klant met rust totdat je merkt dat hij iets wil vragen.
C
Je vraagt de klant om een beetje op te schieten, omdat je niet de hele dag de tijd hebt.

Slide 11 - Quiz

Je werkt bij Bruynzeel Keukens. Klanten worden hier geïnformeerd over de verschillende keukens.

Welk gedrag past bij deze winkel?
A
Je vraagt of je de klant kunt helpen en biedt hem een kopje koffie aan.
B
Je laat de klant met rust totdat je merkt dat hij iets wil vragen.
C
Je vraagt de klant om een beetje op te schieten, omdat je niet de hele dag de tijd hebt.

Slide 12 - Quiz

Wat zijn eigenschappen van een goede winkelmedewerker?

Slide 13 - Question ouverte

Eigenschappen winkelmedewerker
  • Netjes en verzorgd eruit zien.
  • Actieve houding.
  • Wil graag de klant helpen.
  • Kan goed communiceren.
  • Heeft genoeg productkennis.

Slide 14 - Diapositive

De klant observeren.
Aanspreken van de klant.
Vragen stellen aan de klant (doorvragen)
Klant informeren en adviseren.
Bijverkoop of plaatsvervangende producten verkopen.
Stap 1:
Stap 2: 
Stap 3:
Stap 4:
Stap 5:

Slide 15 - Question de remorquage

Verkoopgesprek
  1. Klant observeren.
  2.  Aanspreken van de klant.
  3. Vragen stellen aan de klant (doorvragen).
  4. De klant informeren en adviseren.
  5. Bijverkoop of plaatsvervangend product verkopen.

Slide 16 - Diapositive

Informatie aan een klant geven
- Door uit je hoofd er van alles over te vertellen.
- Door hem informatie op papier te geven.
- Door hem te wijzen op de informatie op het artikel zelf.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo