Pathologie Zenuwstelsel

Pathologie Zenuwstelsel
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Pathologie Zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten jullie
van het zenuwstelsel?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is het regelcentrum van het lichaam. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale en het perifere zenuwstelsel. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ziektebeelden
  • Hersenvliesonsteking
  • Beroerte
  • Epilepsie
  • Ziekte van Parkinson
  • Multiple Sclerose
  • Pijn

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het perifere zenuwstelsel vormt de verbinding tussen het centrale zenuwstelsel en het lichaam
A
vormt de verbinding tussen het centrale zenuwstelsel en het lichaam
B
worden gevormd door de hersenen en ruggenmerg
C
is het controlecentrum van het lichaam
D
bestaat uit motorische en sensibele zenuwen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hersenvliesontsteking (meningitis)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen
Hoofdpijn
Nekstijfheid 
Koorts


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beroerte (CVA)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een risicofactor
voor een beroerte?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

- verlamming
- beperkte mobiliteit
- gevoelsstoornissen
- problemen met eten
- vermoeidheid
- apraxie
- afasie
- concentratiestoornissen
- sombere stemming
- onaangepast gedrag/egocentrisme
- dwanglachen/dwanghuilen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De drie belangrijkste symptomen van hersenvliesontsteking zijn
A
hoofdpijn, koorts, toevallen
B
hoofdpijn, uitslag, braken
C
hoofdpijn, koorts, nekstijfheid
D
hoofdpijn, uitslag, moeite met licht

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Epilepsie

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De afkorting CVA staat voor
A
Continue volledig afhankelijk
B
Cerebrovasculair accident
C
Cerebro vaat aandoening
D
Centrale vasculaire afwijking

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een herseninfarct
A
is een bloedvat in de hersenen gescheurd
B
verdwijnen de symptomen binnen 24 uur
C
krijgt het lichaam een alarmsignaal
D
een bloedvat in de hersenen afgesloten

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen mogelijk gevolg van een beroerte?
A
Apraxie
B
Hemiplegie
C
Tremor
D
Afasie

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekte van Parkinson

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vormen van epilepsie zijn er?
A
Clonische, tonische en atonische epilepsie.
B
Partiële en complexe epilepsie.
C
Gegeneraliseerde epilepsie en status epilepticus.
D
Partiële en gegeneraliseerde epilepsie.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De mond-spraak-arm test voer je uit bij het vermoeden van een slachtoffer met?
A
Epilepsie
B
Beroerte
C
Ziekte van Parkinson
D
Hersenvliesontsteking

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Multiple Sclerose
Auto-immuunziekte
Die aangrijpt op verschillende plaatsen van het centraal zenuwstelstel in de witte stof in de hersenen en ruggenmerg

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen MS
erg moe zijn
moeite met praten
je evenwicht kwijt zijn
niet goed kunnen zien
zwakke of stijve spieren
problemen bij het plassen en poepen
problemen met het voelen van kou en warmte
problemen met concentratie, geheugen en aandacht

Slide 24 - Diapositive

MS verloopt bij elke patiënt anders. Dat maakt het moeilijk om de aandoening te herkennen. De verschillende functies van het lichaam worden aangestuurd door de hersenen. Ontstekingen in de hersenen zorgen ervoor dat die functies niet goed werken. Maar welke functies dat zijn, kan per persoon verschillen. Het kan zorgen voor allerlei klachten:
  • erg moe zijn
  • moeite met praten
  • je evenwicht kwijt zijn
  • niet goed kunnen zien
  • zwakke of stijve spieren
  • problemen bij het plassen en poepen
  • problemen met het voelen van kou en warmte
  • problemen met concentratie, geheugen en aandacht
Bij MS heb je last van minstens 1 functie die door de ontstekingen niet goed meer werkt. Soms is dat tijdelijk, soms duurt dat langer. Hoe vaak en hoeveel je last hebt van je klachten, hangt af van welke soort MS je hebt.

De ziekte zelf is niet dodelijk, maar soms de complicaties wel
Wel op termijn tot zeer ernstige handicaps 

Slide 25 - Diapositive

- de zenuwen in het lichaam worden beschermd door een laag die myeline heet
- dat is een beschermende en impuls begeleidende laag
- bevindt zich rondom zenuwuitlopers
- bij MS vallen immuuncellen dit laagje aan
- als de myeline is beschadigd of verdwijnt wordt de impulsbegeleiding in de zenuw verstoord. 
Ziekte van Parkinson is een progressieve ziektes

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

welk symptoom van de ziekte van Parkinson zie je hier?
A
somberheid
B
maskergelaat
C
traagheid van bewegingen
D
tremor

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij Multiple sclerose is er sprake van
A
een tekort aan dopamine in de hersenen
B
een overreactie in de hersenen (kortsluiting)
C
vallen immuuncellen de myeline laag van de zenuwuitlopers aan
D
is de impulsbegeleiding in de zenuw verstoord

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat ga je van deze les
vooral onthouden?

Slide 29 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

"Dat zal je leren"/ MBO-leren e-learning Pathologie Zenuwstelsel

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions