Herhaling par. 4.1 tot en met 4.4

Herhaling par. 4.1 tot en met 4.4
  • Je krijgt een aantal vragen, beantwoordt deze met het tekstboek Tijd voor Geschiedenis erbij.
  • Alle leerdoelen van de paragrafen zijn in de vragen verwerkt.
  • Beantwoord de vragen, zoals je ze op de toets moet beantwoorden
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling par. 4.1 tot en met 4.4
  • Je krijgt een aantal vragen, beantwoordt deze met het tekstboek Tijd voor Geschiedenis erbij.
  • Alle leerdoelen van de paragrafen zijn in de vragen verwerkt.
  • Beantwoord de vragen, zoals je ze op de toets moet beantwoorden

Slide 1 - Diapositive

1. Leg uit he Nederland in de Middeleeuwen (voor de Bourgondiërs) bestuurd werd. Gebruik de volgende woorden: gewesten en privileges.

Slide 2 - Question ouverte

2. Hoe kregen de Bourgondische Hertogen meer gebied? Noem 4 manieren

Slide 3 - Question ouverte

3a. Waarom wilde Filips de Goede een centraal bestuur? (zo ging hij het particularisme tegen)
3b. Op welke manieren probeerde Filips de Goede dit te doen?

Slide 4 - Question ouverte

4a. Leg uit wat 'groot privilege' inhoudt.
4b. Leg uit hoe de Nederlanden over zijn gegaan van Bourgondische Nederlanden naar Habsburgse Nederlanden.

Slide 5 - Question ouverte

5. Karel V wilde nog verder centraliseren en daarvoor wilde hij het bestuur reorganiseren. Hij richtte onder andere de collaterale raden op. Waaruit bestonden deze raden en waar dienden/ waren ze voor? (par. 4.3.1)

Slide 6 - Question ouverte

6. Noem 3 verschillen tussen de leer van Calvijn en Luther. (par. 4.3.2)

Slide 7 - Question ouverte

7. Wat was het gevolg in de Nederlanden van de bloedplakkaten en de inquisitie? (par. 4.3.3)

Slide 8 - Question ouverte

8. Zowel Karel V en Filips II hadden twee belangrijke doelen waar de bevolking/ de bestuurders (edelen) van de gewesten in de Nederlanden niet blij mee waren, welke zijn dit volgens jou?

Slide 9 - Question ouverte

9. Noem de drie redenen waarom Filips II niet geliefd was in de Nederlanden. Geef hierbij aan of dit een politieke, religieuze, economische of sociale reden is. (par. 4.4.1)

Slide 10 - Question ouverte

10a. Waarom werd het smeekschrift aangeboden aan Margaretha van Parma?
10b. Leg uit of het smeekschrift heeft het gewenste resultaat had?

Slide 11 - Question ouverte

11a. Geef een reden waarom de beeldenstorm is ontstaan.
11b. Met welke opdracht is Alva naar de Nederlanden gestuurd?
11c. Wat houdt de 10e penning in?
(par. 4.4.2)

Slide 12 - Question ouverte

12a Wat was de rol van Willem van Oranje tijdens de opstand?
12b. Wat wilde Willem van Oranje bereiken?
(par. 4.4.3 & Canon van Nederland)

Slide 13 - Question ouverte

14a. Leg uit dat de pacificatie van Gent overeen kwam met de doelen van Willem van Oranje?
14b. Wat houdt het Plakkaat van verlating in?
14c. Waarom kwam de Plakkaat van verlating niet overeen met de doelen van Willem van Oranje?
(par. 4.4.3 & Canon van Nederland)

Slide 14 - Question ouverte