Semana 7 Año 1 HL

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

¡BIENVENIDOS!

Objetivos Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo nombres de alimentos leer ik Spaanse woorden voor eten en drinken

2. ...aprendo a decir qué lleva un plato leer ik zeggen wat er in een gerecht zit

La clase pasada Vorige les

Hoe zeg je dat je iets leuk vindt?  

Hoe vraag je dit aan iemand anders? 

Hoe reageer je op iemand die jou vertelt dat hij/zij iets leuk vindt? 

Hoe vertel je dat iemand anders bijvoorbeeld van chocolade houdt?

Gustar Leuk vinden/houden van

Het werkwoord 'gustar' gaat anders dan de werkwoorden uit de vorige les:

ik vind ... leuk : Me gusta 

jij vindt ... leuk : Te gusta  

hij/zij/u vindt ... leuk : Le gusta 

Achter 'gusta' komt wat er dan leuk gevonden wordt, bv.: 

> Me gusta dormir. Ik houd van slapen.

> ¿Te gusta el español? Vind jij Spaans leuk?

Orden Volgorde

A mí/A ti

A él    > A Pedro 

A ella > A Elena

Platos favoritos (LT p 36)

Ejercicios 1 

Lees de tekstjes en verbind 1,2,3,4 met de juiste personen.

Gebruik je woordenlijst! 

Ejercicio 2

Welk gerecht hoort bij a en welk gerecht bij b? 

Maak daarna LE p 33 ej 1.

¿Qué lleva un plato? - Wat zit er in een gerecht?

1. La menestra lleva verduras. In menestra* zitten groenten.
2. La tortilla lleva huevos y patatas. In tortilla zitten eieren en aardappelen. 
3. Las albóndigas llevan carne y tomates. In albóndigas** zit vlees en tomaten.

                                                                                 * gestoofde groenten

                                                                               **gehaktballetjes

LT p. 36 ej. 1/2 + LE p. 33 ej. 1 bespreken

LT p. 36 / LE p. 33 bespreken.

Deberes Huiswerk

- Maken en nakijken: LE p 35 ej. 6/7/8

- leren: Woordenlijst blokjes "La comida-Het eten" en                          "Los platos-De gerechten"

¡Hasta luego!