H3 en H4 Basis en Kader samenvattende les

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

H3 en H4

- Beide zitten er onderwerpen in.

Start is herhaling voor zowel basis als kader

Doe actief mee!

Deze keer een test om te zien of we dit vaker kunnen oppakken!

4. Instructie: ruil

Geld gebruiken we om te ruilen

Twee soorten ruil:

1. Directe ruil = spullen voor spullen

2. Indirecte ruil = geld voor spullen

Dit is

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

Dit is

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

4. Instructie: geldfuncties

We gebruiken geld op drie verschillende manieren:

1.  Ruilmiddel: we ruilen geld voor spullen

2. Rekenmiddel: Shirt van 20 euro + broek van 50 euro is 70 euro

3. Spaarmiddel: geld bewaren voor later

Geldfunctie?

1. Ruilmiddel
2. Rekenmiddel
3. Spaarmiddel

5. Vaardigheid: saldo berekenen

Voorbeeld: Oud saldo = 100 euro

Je krijgt 50 euro salaris

Je koopt voor 30 euro boodschappen en 60 euro aan kleding

Vraag: wat is je nieuwe saldo?

spaarmotieven/ redenen om te sparen

Manon heeft een bijbaantje bij een supermarkt. Het geld dat ze hiermee
verdient, spaart zij om later een scooter te kunnen kopen. Haar moeder
heeft ook geld gespaard. “Je weet nooit waarvoor je het nodig hebt”, zegt
haar moeder.

Van welke twee spaarmotieven is hier sprake?

Leerdoel 1

1. van sparen voor een doel en sparen voor de rente
2. van sparen voor een doel en sparen uit voorzorg
3. van sparen voor de rente en sparen uit voorzorg
4. van sparen voor een doel en sparen voor de rente

Spaarvormen

• Spaarrekening, geld is vrij opneembaar, variabele rente.

• Spaardeposito, geld staat voor langere tijd vast, vaste rente.
  

Wat is een spaardeposito?

1. Een rekening waarop geld staat waar je altijd bij kan als je het nodig hebt.
2. Een rekening waarop het geld voor een afgesproken tijd vast staat tegen een vaste rente.
3. Dit is een ander woord voor variabele rente.
4. Dit is een ander woord voor vaste rente.

Enkelvoudige rente:  rente ieder jaar over hetzelfde bedrag

Enkelvoudige rente

Bereken de enkelvoudige rente.
€ 4 000 aan 1,3 % in 4 jaar

Sparen uit voorzorg

Sparen voor de rente

Sparen voor een doel

Je spaart omdat je denkt dat je tablet binnenkort kapot gaat

Je spaart omdat je na je examen met je vrienden op vakantie wilt

Je zet geld op een spaarrekening om er inkomsten aan over te houden

Hoe noemen we een lening die je neemt om een huis te kunnen kopen?

Soorten leningen, consumptief krediet (via bank!)

Consumptief krediet: Een lening om een consumptiegoed aan te schaffen (bijvoorbeeld auto of keuken) 

Verschillende kredietvormen:

• Persoonlijke lening; vast aantal termijnen terugbetalen,                                                                                                                            rente en termijn zijn elke maand hetzelfde

• Doorlopend krediet; lenen tot een bepaald bedrag (kredietlimiet),                                                                                                        terugbetalen in maandtermijnen,                                                                                                                                afgelost geld mag je steeds opnieuw lenen (tot limiet)

• Salariskrediet; rood staan op je betaalrekening

Soort lening, consumptief krediet (via winkelier)

Koop op afbetaling (gespreid betalen):

Een duurder product kopen en in termijnen betalen 

- Elke maand een vast bedrag voor rente en aflossing

- Meestal keuze uit verschillende looptijden

- Hoge kredietkosten!

Ook een vorm van Consumptief krediet

Opgave 8 blz 80

Salariskrediet

Doorlopend krediet

Persoonlijke lening

Je betaalt de lening terug in een vast aantal termijnbedragen met een vaste rente

Je mag rood staan op je betaalrekening

Je leent tot de kredietlimiet. wat he afgelost hebt, mag je opnieuw lenen

Opgave 9.1 blz 80

Bilal wil €4.000 lenen om een auto te kopen. Hij wil een lening die hij zo snel mogelijk kan aflossen met een vast bedrag per maand.

Welke kredietvorm moet hij kiezen?

1. Doorlopend krediet
2. Persoonlijke lening
3. Salariskrediet

H4

Je kan alleen een onzeker voorval verzekeren

Een onzeker voorval is een gebeurtenis waarvan je niet weet wanneer en of die ooit zal plaatsvinden. 

Inboedelverzekering

Opstalverzekering

Opstalverzekering

Inboedelverzekering

Opstalverzekering

Inboedelverzekering

Opstalverzekering

Woonverzekering voor alle schade die kan ontstaan aan het huis zelf.

Inboedelverzekering
Woonverzekering voor alle schade die kan ontstaan aan de spullen in een huis 

Inboedelverzekering

• Inboedelverzekering = voor schade aan de spullen in je huis bij brand, wateroverlast en diefstal
• Nieuwwaarde
• Bij koophuis en huurhuis!!

Onderverzekerd

• Je verzekerd je tegen het 

      juiste bedrag 

• Als je een lagere waarde opgeeft

     dan ben je onderverzekerd

• Je betaald dan minder premie en 

     krijg bij schade ook minder 

       uit betaald! 

Indexering

Bij schade wordt het verzekerde bedrag van de opstalverzekering aangepast met de stijging of daling van het
indexcijfer tussen de laatste aanpassingsdatum en de schadedatum. Ook nu weer met een maximum van 25%. 

Het verzekeren op indexbasis functioneert overigens alleen goed als:

- bij het sluiten van de verzekering de juiste waarde wordt opgegeven;

- bij verbouwingen de verzekerde som wordt aangepast.

Voor zijn huis neemt Piet in 2011 een geïndexeerde verzekering voor € 325.000. Het jaar 2011 is het basisjaar. 8 jaar later is het indexcijfer voor woonhuizen gestegen naar 125.
Bereken het nieuwe verzekerde bedrag.

1. €400.952
2. €415.500
3. 426.123
4. €406.250

Joost en Maartje hebben de inboedelmeter ingevuld. Hieruit komt dat de totale inboedel € 93.500,= is. Ze verzekeren deze inboedel bij Centraal Beheer. De premie is € 3,65 per € 1.000,= verzekerd bedrag. Joost een Maartje krijgen 10% korting, omdat ze hun woonhuisverzekering ook bij Centraal Beheer hebben afgesloten. De poliskosten zijn € 7,50. Wat is hun jaarpremie inclusief assurantiebelasting?

1. € 378,40
2. € 379,82
3. € 380,72
4. € 379,15

((Kale premie - / - korting + eventuele premieopslag voor maandbetaling) + poliskosten) x 1,21 assurantiebelasting = totale premie

Hoe berekenen we de verzekeringskosten voor het eerste jaar?

1. premie + assurantiebelasting
2. premie + poliskosten
3. assurantiebelasting + poliskosten
4. (premie + poliskosten) + assurantiebelasting

Wanneer is er sprake van een onzeker voorval?

1. Wanneer je van tevoren weet wat er gaat gebeuren.
2. Wanneer je van tevoren een beetje weet wat er gaat gebeuren.
3. Het is niet zeker hoeveel de poliskosten zijn.
4. Wanneer je van tevoren niet weet wat er gaat gebeuren.

Wat is een onderverzekering?

1. Met een onderverzekering ben je altijd verzekerd voor het laagste bedrag.
2. Je bent onderverzekerd als de verzekerde som lager is dan daadwerkelijk geleden schade.
3. Je bent met een onderverzekering nooit onder verzekerd.

Wat is de formule om schade-uitkering bij onderverzekering uit te rekenen?

1. werkelijke waarde - schadebedrag x verzekerde waarde
2. werkelijke waarde - verzekerde waarde x schadebedrag
3. verzekerde waarde : werkelijke waarde x schadebedrag
4. werkelijke waarde : verzekerde waarde x schadebedrag

Wat verzeker je bij een "opstalverzekering"?

1. Schade aan je woning
2. Spullen in je woning
3. Spullen in je huis
4. Schade in je tuin

Autoverzekering

WA-verzekering: dekt de schade die je met je scooter of auto aan anderen toebrengt

Cascoverzekering: ook je eigen scooter of auto is verzekerd tegen schade

allriskverzekering = WA-verzekering + cascoverzekering

No-claim korting

No-claimkorting of bonus is een korting op je premie.

Voor ieder jaar dat je schadevrij rijdt of geen schade opgeeft aan de verzekeraar, krijg je korting op je premie.

Zorgtoeslag

Mensen met een laag inkomen kunnen zorgtoeslag krijgen. Zorgtoeslag ontvang je om de kosten van je zorgverzekering te betalen. Je ontvangt de zorgtoeslag van de belastingdienst.

Zorgtoeslag

De zorgverzekering

• premie: wat je aan de zorgverzekering betaald.
  
• zelfzorgmiddelen: medicijnen die je zelf moet betalen, zonder recept.
  
• eigen risico: deel dat je zelf moet betalen.
  
• declareren: zorgkosten terug vragen.
  
• polis: contract van de zorgverzekeringsmaatschappij.

Bonus-Malus regeling

No Claim korting: voor ieder jaar dat je geen schade hebt geclaimd (en je dus geen schadevergoeding vraagt), krijg je een hogere korting op je premie. Dit is een bonus.

Als je wel een schade claimt, krijg je als 'straf' een lagere korting. Dit is een malus.

ZORGVERZEKERING

Bonus malus regeling

Is een vorm van premiedifferentiatie. 

Voorkomt dus ook averechtse selectie

Een zorgtoeslag krijg je

1. Bij een laag inkomen
2. Bij een laag vermogen
3. Iedere Nederlander die 18 jaar of ouder is
4. Bij een laag vermogen en een laag inkomen

Wat is zorgtoeslag?

1. Een bedrag dat verzekeraars betalen
2. Een bedrag dat de verzekerde betaald
3. Een bedrag dat je betaalt wanneer je zorg gebruikt
4. Een bedrag dat de belastingdienst betaald

Vanaf wanneer heb je recht op zorgtoeslag?

1. 16 jaar
2. 17 jaar
3. 18 jaar
4. 19 jaar

bij het bonus/ malus systeem..

1. betalen goede en slechte risico's evenveel premie
2. hangt je premie af van schadevrije jaren
3. krijgen slechte risico's korting op hun premie
4. hanteren ze niet een vorm van premiedifferentiatie

Wat verzeker je met een cascoverzekering?

1. De schade aan jouw eigen voertuig als het ongeluk niet jouw schuld is
2. De schade aan jouw eigen voertuig als het ongeluk jouw schuld is
3. De schade aan het andere voertuig als het ongeluk niet jouw schuld is
4. De schade aan het andere voertuig als het ongeluk jouw schuld is

Een cascoverzekering is verplicht

1. Waar
2. Niet waar

Hoe vond je de hele les?

😒🙁😐🙂😃

Klaar?

Verder met extra rekenopdrachten!

Blz 122