Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Les 2 Begroten
Slide 1 - Diapositive
Leervragen
- Waarom moet je de begroting regelmatig controleren?
- Welke gegevens staan in een prijsopgave?
- Wat zijn vaste kosten?
- Wat zijn variabele kosten?
Slide 2 - Diapositive
Opdracht 4
Budget
Een budget is een geldbedrag dat aan bepaald doel besteed mag worden. Je maakt een begroting om binnen het budget te blijven.
Slide 3 - Diapositive
Opdracht 4
Het Westerbrink college heeft besloten om een budget van
€ 140.000,- aan de verbouwing uit te geven. Met dit budget moet de totale verbouwing betaald worden. Het is niet de bedoeling dat dit budget overschreden wordt.
Slide 4 - Diapositive
Opdracht 4
Kosten bewaken
Tijdens een verbouwing zullen de kosten bewaakt moeten worden. De gemaakte kosten worden dan van het budget afgehaald. Je kunt op die manier controleren hoeveel budget er nog beschikbaar is. Door dit zorgvuldig en op tijd bij te houden kun je snel ingrijpen en zorg je dat het beschikbare budget goed wordt uitgegeven.
Slide 5 - Diapositive
Opdracht 5 Prijsopgave
Prijsopgave = offerte
De klant vraagt een prijsopgave voor bepaalde werkzaamheden of een project.
In de prijsopgave staat een overzicht van de geschatte kosten van de werkzaamheden of het project.
Slide 6 - Diapositive
Prijsopgave
Een klant kan de offerte weigeren of accepteren.
Lees altijd de kleine letters voordat je een offerte accepteert.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Opdracht 6
Bij het opstellen van een begroting maak je vaak gebruik van cijfers die al bekend zijn. Bijvoorbeeld van een begroting van vorig jaar of van een eerder project. Deze stel je bij op basis van verwachtingen voor de toekomst.