Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bijwoordelijke bepaling
Bijwoordelijke bepaling 2
BWB
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bijwoordelijke bepaling 2
BWB
Slide 1 - Diapositive
DOEL:
Aan het eind van de les:
-weet je hoe je een bijwoordelijke bepaling kunt herkennen.
- welke vragen je moet stellen voor het vinden van een BWB.
Slide 2 - Diapositive
Stappen
Persoonsvorm pv
Werkwoordelijk gezegde wg
Onderwerp ow
Lijdend voorwerp lv
Meewerkend voorwerp mv
Bijwoordelijke bepaling bwb
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb.
Slide 5 - Diapositive
Bijwoordelijke bepaling
Geeft antwoord op de volgende vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.
Slide 6 - Diapositive
Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden.
gisteren =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 7 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
In Den Haag heb ik een nieuwe stropdas gekocht.
Slide 8 - Question ouverte
Vandaag hebben we pizza gegeten.
we =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 9 - Quiz
Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
altijd=
A
Ondewerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 10 - Quiz
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen die beginnen met:
A
wanneer, waar, hoe, hoeveel, waarheen, waarom, waardoor, waarmee
B
wie, wat, welke
Slide 11 - Quiz
Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 12 - Quiz
Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
waarom=
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 13 - Quiz
Mijn moeder heeft mijn oma een nieuwe jas gegeven.
mijn oma =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 14 - Quiz
Chris loopt volgend jaar in New York de marathon.
Wat is in deze zin de BWB?
Slide 15 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Bijwoordelijke bepaling
Avril 2018
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
Décembre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
Avril 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
JvO MV + BWB
Mai 2019
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Bijwoordelijke bepaling
Octobre 2018
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
Novembre 2016
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
Mai 2018
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
5.4 grammatica Bijwoordelijke bepaling
Mai 2019
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2